Analytische meetkunde > Hoeken
1234567Hoeken

Uitleg

Bekijk de applet.

Hier zie je in 2 twee lijnen l p : y = p x + 3 en m : y = 0,5 x . Ga na dat beide lijnen loodrecht op elkaar staan als p = 2 .

De twee rechthoekige driehoekjes O P Q en A L K zijn dan gelijkvormig.
Immers P O Q ( α ) en L A K ( β ) zijn dan samen 90 . Maar P O Q en Q O P zijn ook samen 90 , dus O Q P = A L K .
Beide driehoekjes hebben dezelfde hoeken en zijn dus gelijkvormig.
Hun zijden hebben dezelfde verhoudingen en dus is | P Q | 1 = 1 | L K | .
Omdat | P Q | = 0,5 vind je | L K | = 2 .

Uit de figuur blijkt dus dat een lijn die loodrecht staat op een lijn met r . c . = 0,5 zelf een r.c. van 2 moet hebben. Het product van deze twee hellingsgetallen is 1 1 en dat blijkt altijd het geval te zijn bij lijnen die elkaar loodrecht snijden (tenzij één van beide verticaal is).
Het bewijs van deze stelling vind je bij Theorie .

Opgave 4

In Uitleg zie je wanneer twee lijnen loodrecht op elkaar staan. Toon nu zelf aan dat de lijnen p : y = 0,25 x en q : y = 4 x + 3 loodrecht op elkaar staan.

Opgave 5

Welk hellingsgetal heeft de lijn die loodrecht staat op k : 2 x 5 y = 10 ?

verder | terug