Analytische meetkunde > Afstanden
1234567Afstanden

Voorbeeld 2

Bekijk de applet.

Bekijk in de applet wat je bedoeld met de afstand van een lijn l : 2 x + 3 y = 6 tot een cirkel met middelpunt M ( 3 , 4 ) en straal `2` .
(Beweeg punt Q over de lijn.)
Bereken de afstand van lijn l tot cirkel c .

> antwoord

Het gaat om de kortste lengte van lijnstuk Q S .
Dat bereik je als lijn M Q loodrecht op l staat.
De vergelijking van die lijn M Q is: 3 x 2 y = 1 .
(Ga dat na!)

Het punt Q dat bij de kortste afstand | Q S | hoort is ( 33 26 , 15 13 ) .
Hiermee bereken je de lengte van P Q en dan vind je de kortste lengte van S Q door de straal van de cirkel daarvan af te trekken. Ga na, dat je het juiste antwoord vindt.

Opgave 7

Gegeven is de cirkel c met vergelijking ( x 5 ) 2 + ( y 4 ) 2 = 10 en de lijn l : x + y = 2 .

a

Wat versta je onder de afstand van O tot cirkel c ? Bereken deze afstand.

b

Wat versta je onder de afstand van lijn l tot cirkel c ? Bereken ook deze afstand. Bekijk eventueel Voorbeeld 2.

c

Bereken ook de afstand tussen cirkel c en de cirkel om O en door ( 1 , 1 ) .

Opgave 8

Bereken de afstand tussen de twee lijnen 2 x + 4 y = 7 en y = 6 0,5 x .

Opgave 9

Wanneer heeft het zin om te vragen naar de afstand tussen twee rechte lijnen? Hoeveel bedraagt die afstand in alle andere gevallen?

verder | terug