Analytische meetkunde > Afstanden
1234567Afstanden

Voorbeeld 3

Gegeven is de lijn l : 2 x + 3 y = 6 .
Stel vergelijkingen op van de lijnen die evenwijdig lopen met l en een afstand van `2` eenheden tot l hebben.

> antwoord

Beide lijnen hebben een vergelijking van de vorm 2 x + 3 y = p omdat je evenwijdig zijn aan l . Je hoeft alleen maar twee punten te vinden die precies `2` eenheden van l af liggen...

Die afstand moet je loodrecht op l afpassen en dat doe je natuurlijk in een roosterpunt van l , bijvoorbeeld in ( 0 , 2 ) . De lijn m die in dat punt loodrecht op l staat heeft vergelijking: 3 x 2 y = -4 .
Punten met afstand `2` tot ( 0 , 2 ) liggen op cirkel c : x 2 + ( y 2 ) 2 = 4 .
De twee punten die je zoekt zijn de snijpunten van m en c .

De snijpunten zijn in twee decimalen nauwkeurig: S 1 ( 1,11 ; 3,66 ) en S 2 ( 1,11 ; 0,34 ) .
De twee gevraagde lijnen zijn daarom 2 x + 3 y = 13,21 en 2 x + 3 y = 1,21 .

Met een constructie in GeoGebra kun je de antwoorden controleren, zie het Practicum .

Opgave 10

Bedenk een manier om de vergelijkingen op te stellen van de twee rechte lijnen die evenwijdig zijn aan de lijn l : x + 4 y = 8 en een afstand van `2` tot die lijn hebben. Bekijk eventueel Voorbeeld.

verder | terug