Een schip vaart `40` km met een koers van `115^(text(o))` t.o.v. het Noorden. Dergelijke kompaskoersen worden meestal rechtsom gemeten!
Hoeveel heeft het schip zich in Noordelijke of Zuidelijke richting verplaatst?
Aan de tekening is te zien dat het schip zich in Zuidelijke (en Oostelijke) richting heeft verplaatst. Dat klopt ook want de centrale component van de koersvector is:
`v_c = 40*cos(115^(text(o)))~~text(-)16,9` km.
Het schip heeft zich `16,9` km naar het Zuiden verplaatst.
In
en °
en °
en °
en °
en °
en °
Gegeven is telkens een vector door zijn kengetallen. Bereken de lengte en de richtingshoek van deze vector.
`vecv = ((text(-)2),(4))`
`vecv = ((text(-)20),(text(-)40))`
`vecv = ((0),(text(-)15))`
`vecv = ((sqrt(15)),(text(-)1))`