Vectormeetkunde > Vectoren in 2D
1234567Vectoren in 2D

Voorbeeld 3

Hier zie je hoe a = ( 1 2 ) en b = ( 3 1 ) worden opgeteld tot r = ( 1 + 3 2 + 1 ) = ( 4 1 )
De "staart aan kop" methode wordt gebruikt. Met de applet maak je zelf b.v. `0,5vec(a) - vec(b), etc.`

Bekijk de applet
Opgave 9

In Voorbeeld 3 zie je hoe je vectoren kunt optellen en aftrekken en vermenigvuldigen met een getal door de “staart aan kop” methode te gebruiken.

a

Maak met de applet de vector a + b en bepaal de bijbehorende kentallen.

b

Maak de vector 2 a en bepaal de kentallen ervan.

c

Maak de vector 2 a + 1,5 b en bepaal de kentallen ervan.

d

Maak de vector - 2 b en bepaal zijn kentallen.

Ook voor vectoren geldt: a - b = a + ( - b ) .

e

Gebruik dit om de verschilvector van a en b te tekenen en zijn kentallen te bepalen.

verder | terug