Gegeven zijn de vectoren `veca = ((text(-)4),(2))` en `vecb = ((2),(5))` .
Bereken de lengte van beide vectoren in twee decimalen nauwkeurig.
Bereken de richtingshoek van beide vectoren in graden nauwkeurig.
Bereken de kentallen van de vectoren en .
Bereken de kentallen van de vector zo, dat `veca + vecb + vecc = ((0),(0))` .
Een piloot vertrekt met zijn sportvliegtuig van vliegveld en vliegt uur met een constante snelheid van km/h een koers
`30°`
ten opzichte van het Noorden (met de klok mee gemeten). Daarna verandert hij zijn
koers in
`170°`
en de snelheid in km/h. Na uur moet hij een noodlanding maken.
Over de radio geeft hij aan de verkeersleiding van vliegveld door waar hij is geland en dat hij ernstig gewond is geraakt. Onmiddellijk wordt
een helikopter gestuurd.
Bereken hoeveel km noordelijk en hoeveel km oostelijk van de noodlanding heeft plaatsgevonden.