Vectormeetkunde > Inproduct
1234567Inproduct

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Omdat de lorrie alleen in die richting voortbeweegt.

b

`F_(x) = 10 * cos(alpha)` , als `alpha` de hoek is die de kracht met de afgelegde weg maakt.

c

Volgt uit het antwoord bij b.

Opgave 2
a

Zie applet.

b

10 20 cos ( 20 o ) 188 Nm.

c

Zie applet.

d

`200` Nm

e

`0` Nm

Opgave 3
a

De hoek tussen beide is `90°` .

b

De lengtes zijn 1 en de hoeken `0°` .

c

Doen.

d

`14`

Opgave 4

-2 2 + 3 1 = ( 13 ) ( 5 ) cos ( φ ) geeft φ = 97 °.

Opgave 5

7 = ( 13 ) ( 26 ) cos ( φ ) geeft φ 68 °.

Opgave 6

( a x e x + a y e y ) ( b x e x + b y e y ) uitwerken.

Opgave 7
a

Doen.

b

`137` °

c

Eigen antwoord.

Opgave 8
a

Bijvoorbeeld `((2),(1))` en `((1),(text(-)2))` .

b

Inproduct = 0 aantonen.

c

Bijvoorbeeld `((2),(1))` en `((4),(2))` .

Opgave 9

Zie Voorbeeld 3.

Opgave 10
a

Een vector die geheel op de lijn ligt.

b

Het inproduct van beide vectoren is `10` , dus `5 * sqrt(40) * cos(phi) = 10` en dit geeft `phi ~~ 71,6` °.

c

Doen, oefen dit tot je geen fouten meer maakt.

Opgave 11
a

`63` °

b

`((text(-)6),(8))` of `((6),(text(-)8))` .

Opgave 12
a

`~~ 83` °

b

Ongeveer `83` °, `34` ° en `63` °.

Opgave 13
a

Bijvoorbeeld moeten de lengtes van de vier zijden even groot zijn: | A B | = | B C | = | C D | = | D A | .

b

Ongeveer `53` °, `127` °, `53` ° en `127` °.

c

Laat zien dat het inproduct van ( B D ) en ( A C ) gelijk is aan 0

Opgave 14
a

Doen.

b

`~~ 43` °

c

`~~ 13,054` Nm

d

Nee, de man verricht het meeste arbeid ( `9397` Nm).

Opgave 15

`~~ 19` °

Opgave 16
a

Bereken de lengtes van zijden P Q = P S = 50 en Q R = S R = 10 ( 10 ) .

b

`~~ 108,4` °

c

A B C D is een rechthoek, de vectoren op de zijden hebben een inproduct van `0` .

verder | terug