Vectormeetkunde > Inproduct
1234567Inproduct

Voorbeeld 3

Bewijs dat de vierhoek `ABCD` met `A(18, text(-)14)` , `B(22, text(-)13)` , `C(21, text(-)9)` en `D(17, text(-)10)` een vierkant is.

> antwoord

Het maken van een figuur is overbodig nu je met vectoren hebt leren rekenen.

Het is voldoende om aan te tonen dat `vec(AB)` en `vec(BC)` , `vec(BC)` en `vec(CD)` en `vec(DA)` en `vec(AB)` rechte hoeken maken en even lang zijn.

Of je gaat na dat `vec(AC)` en `vec(BD)` een rechte hoek maken, even lang zijn en de bijbehorende lijnstukken hetzelfde midden hebben.

Opgave 9

Bewijs dat de vierhoek A B C D met A ( 18 , -14 ) , B ( 22 , -13 ) , C ( 21 , -9 ) en D ( 17 , -10 ) een vierkant is. Bekijk eventueel Voorbeeld 3.

verder | terug