Vectormeetkunde > Lijnen en hoeken
1234567Lijnen en hoeken

Voorbeeld 4

Bekijk de applet

Stel een vergelijking op van de raaklijn `r` in het punt `P(3, 5)` aan de cirkel `c:(x – 1)^2 + (y – 2)^2 = 13` .

> antwoord

Door punt `A` te verplaatsen kun je de gewenste raaklijn maken. Ga na, dat dan vec(MP) een normaalvector van de raaklijn is.

Het middelpunt van de cirkel is `M(1, 2)` en het raakpunt is `P(3, 5)` . Dus is de normaalvector van de raaklijn `vec(MP) = ((3−1),(5−2)) = ((2),(3))` .

De vergelijking van de raaklijn is daarom van de vorm `2x + 3y = c` .

Omdat hij door `P(3, 5)` gaat is `2 * 3 + 3 * 5 = c` , dus `c = 21` .

Dus `r` heeft vergelijking `2x + 3y = 21` .

Opgave 9

In Voorbeeld 4 zie je hoe je een vergelijking van een raaklijn aan een cirkel in een punt op de cirkel kunt opstellen.

Verplaats P naar ( 2 , 4 ) en stel een vergelijking op van de raaklijn aan de cirkel ( x - 1 ) 2 + ( y - 2 ) 2 = 5 in dit punt P . Controleer je antwoord met de applet.

verder | terug