Vectormeetkunde > Lijnen en hoeken
1234567Lijnen en hoeken

Verkennen

Opgave 1
Bekijk de applet

Je kunt punt `A` bewegen door de richtingsvector `vec(r)` te verlengen.

Je ziet hier de vectoren `vec(p) = ((0),(2))` en `vec(r) = ((2),(1))` .

Verder is `vec(v) = vec(p) + t * vec(r)` .

a

Bekijk de eindpunten van de vectoren `vec(p) + 1*vec(r)` , `vec(p) + 2*vec(r)` , `vec(p) + 3 *vec(r)` en `vec(p) – 1*vec(r)` .

b

Hoe komt het dat deze eindpunten allemaal op dezelfde rechte lijn liggen?

c

Kun je dit bewijzen voor elke vector `vec(v)` ?

d

Hoe vind je de richtingsvector van een loodlijn op de gegeven lijn?

verder | terug