Hier zie je een driedimensionaal cartesisch
`Oxyz`
-assenstelsel met balk
`OABC.DEFG`
.
Punt
`F`
heeft de coördinaten
`(4, 2, 3)`
.
Je ziet: eerst de
`x`
-coördinaat, dan de
`y`
coördinaat en tenslotte de
`z`
-coördinaat.
Hieruit leid je gemakkelijk de coördinaten van de andere hoekpunten van de balk af,
bijvoorbeeld:
`O(0, 0, 0)`
,
`A(4, 0, 0)`
,
`B(4, 2, 0)`
en
`D(0, 0, 3)`
.
En uit
`vec(OF) = ((4),(2),(3))`
kun je afleiden dat
`vec(OE) = ((4),(0),(3))`
,
`vec(EG) = ((4),(2),(0))`
en
`vec(AG) = ((text(-)4),(2),(3))`
.
Een mogelijke vectorvoorstelling van lijn
`AG`
is
`((x),(y),(z)) = ((4),(0),(0)) + t*((text(-)4),(2),(3))`
.
Bijzonder is ook dat de lengte van kan worden berekend door de stelling van Pythagoras uit te breiden naar drie dimensies:
|| = = .
Bekijk de
Beschrijf de vectoren `vec(CE)` , `vec(EC)` , `vec(DF)` en `vec(DB)` met kentallen.
Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige driehoek toe te passen hoe de lengte van wordt berekend.
Bereken de lengtes van de vectoren en .
Ga in de
Stel zelf vectorvoorstellingen op van de lijnen en .
Hoe zien de vectorvoorstellingen van de assen er uit?
Heeft de lijn ook een vergelijking? Licht je antwoord toe.
Hebben lijnen normaalvectoren in 3D? Kun je die gebruiken om vergelijkingen van lijnen te maken?
Ook het inproduct van twee vectoren is eenvoudig uit te breiden naar drie dimensies.
Bereken het inproduct van en .
Bereken met behulp van het antwoord bij a de hoek tussen de lijnen `AG` en `CE` .