Vectormeetkunde > Lijnen en vlakken
1234567Lijnen en vlakken

Voorbeeld 3

Gegeven piramide `T.OABC` met `A(4, 0, 0)` , `B(4, 4, 0)` , `C(0, 4, 0)` en `T(4, 0, 4)` . `M` is het midden van `AT` .
Bereken de afstand van `A` tot vlak `OBT` .

> antwoord

De vergelijking van vlak `OBT` is in Voorbeeld 2 gevonden: `x - y - z = 0` .
Een loodlijn door `A` op dit vlak heeft daarom de vectorvoorstelling:
`((x),(y),(z)) = ((4),(0),(0)) + p*((1),(text(-)1),(text(-)1))`
Het punt `(4 + p, text(-)p,text(-)p)` van deze loodlijn ligt in `OBT` als `4 + p – (text(-)p) – (text(–)p) = 0` , dus als `p = text(-)4/3` .
Dit geeft als snijpunt van de loodlijn door `A` met vlak `OBT` : `S(2 2/3; 1 1/3; 1 1/3)` .
De lengte van A S is nu de gevraagde afstand.

Opgave 6

In Voorbeeld 3 zie je hoe je de afstand van een punt tot een vlak kunt berekenen.

a

Voer zelf de berekening uit en bereken de gevraagde afstand in twee decimalen nauwkeurig.

b

Bereken ook de afstand van punt T tot vlak B C M .

Opgave 7

Bekijk de balk `OABC.DEFG` met `A(3, 0, 0)` , `C(0, 2, 0)` en `D(0, 0, 2)` . Verder is `M` het midden van `AB` en `N` dat van `AE` .

a

Onderzoek of de lijnen D B en C N een snijpunt hebben.

b

De vlakken D N M C en G E F snijden elkaar volgens een lijn l . Maak een vectorvoorstelling van die lijn door de twee vectorvoorstellingen van de vlakken aan elkaar gelijk te stellen.

c

Je kunt ook een vectorvoorstelling van l maken door twee punten op te zoeken die aan beide vergelijkingen van de vlakken voldoen. Bepaal ook op die manier een vectorvoorstelling van l .

d

Bereken de snijpunten van l met de vlakken A B F E en B C G F .

verder | terug