Vectormeetkunde > Lijnen en vlakken
1234567Lijnen en vlakken

Theorie

In 3 heeft

  • elke lijn een vectorvoorstelling van de vorm x = p + t r ;

  • elk vlak een vectorvoorstelling van de vorm x = p + u r 1 + v r 2 .

Hierin is telkens p een plaatsvector en zijn r , r 1 en r 2 richtingsvectoren.
Met de vector x wordt een vector vanuit `O` naar een willekeurig punt `P(x, y, z)` op de lijn of in het vlak bedoeld.

Elk vlak in 3 heeft ook een vergelijking van de vorm `ax+by+cz=d` .
De normaalvector van dit vlak is n = ( a b c ) .
Deze vector staat loodrecht op het vlak en dus op beide richtingsvectoren van het vlak.

verder | terug