Lijnen die niet evenwijdig zijn, maar toch geen snijpunt hebben.
Evenwijdig, snijden, kruisen.
Eigen antwoord.
Eigen antwoord.
Vlak door en evenwijdig is: . De afstand van bijvoorbeeld `B` tot dit vlak is de gevraagde afstand. Deze afstand is `0,9` (loodlijn door `B` op `V` snijden met `V` en dan de afstand van het snijpunt tot `B` berekenen) en is ook meteen de afstand tussen beide lijnen.
`0`
De hoek bij a is ongeveer `56` °, de hoek bij b is ongeveer `72` °.
Ja, bekijk eventueel bij de theorie wat de hoek tussen en lijn en een vlak is.
`vec(n_(ABC))=((1),(1),(1))` en `vec(r_(AD))=((-3),(0),(3,5))` .
`~~ 86` °
Vlak door en evenwijdig is: . De gevraagde afstand is .
Ongeveer `73` °.
Ongeveer `82` °.
`0,36`
Ongeveer `0,56` .
Bij een lijn zijn normaalvectoren in verschillende richtingen mogelijk.
Doen.
Doen, je krijgt drie vergelijkingen met twee onbekenden als je de v.v.'s gelijk stelt. De waarde voor deze onbekenden moeten aan alle drie de vergelijkingen voldoen.
Het is de hoek tussen en de lijn door en evenwijdig aan . (Draai de figuur zo, dat je langs de -as kijkt.)
Het is de hoek tussen en , waarin het punt van is waarbij zowel als loodrecht op staan.
°
° waarbij het snijpunt van en de -as is.
Ongeveer `8` °.
Vlak door en evenwijdig . Afstand: .
B.v. `((x),(y),(z))=((4,6),(0),(text(-)0,3))+t((text(-)6),(10),(13))` .
`CN: ((x),(y),(z))=((0),(0),(6))+p((1),(1),(-2))` en `OZ: ((x),(y),(z))=q((1),(1),(1))` .
Bereken `OS` en `SZ` en controleer hun verhouding.
`4`
`((x),(y),(z))=t((2),(4),(5))`
`((x),(y),(z))=((4),(-2),(0))+p((1),(0),(0))+q((1),(1),(-3))`
`((x),(y),(z))=((-4),(-2),(0))+t((1),(-1),(3))`
Ongeveer `37` °.
; de gevraagde afstand is .
Nee, de kortste afstand is .
en . De hoogte van de piramide is en .
`3,94`
of en of .
Ongeveer `66` °.
Ongeveer `22` °.
Ongeveer `29` °.