Vectormeetkunde > Onderlinge ligging
1234567Onderlinge ligging

Verwerken

Opgave 7

Gegeven zijn punt A ( 1 , 2 , 3 ) en de lijnen l en m en vlak V door:
`l: ((x),(y),(z))=((4),(1),(text(-)1))+p((text(-)2),(3),(3))`
en
`m: ((x),(y),(z))=((3),(text(-)1),(2))+q((2),(text(-)2),(1))`
en
`V: x - 2y + 2z = 4`

a

Bereken de coördinaten van het snijpunt van l en V .

b

Bereken de hoek tussen l en V .

c

Bereken de afstand van A tot V .

d

Bereken de afstand tussen l en m .

e

Bereken de snijlijn van V en het vlak W door l en evenwijdig aan m .

f

Op m ligt een punt P zo, dat `vec(AP)` // V . Bereken de coördinaten van P .

Opgave 8

Gegeven is het viervlak C . O A B met A ( 6 , 0 , 0 ) , B ( 0 , 6 , 0 ) en C ( 0 , 0 , 6 ) . Punt N is het midden van A B en M dat van O A . Punt Z is het zwaartepunt van Δ A B C .

a

Geef vectorvoorstellingen van de lijnen C N en O Z .

b

Vlak B C M snijdt O Z in punt S . Bereken de coördinaten van S .

c

Toon aan dat het punt S de lijn O Z zo verdeelt dat O S : S Z = 3 : 1 .

d

Bereken de afstand van punt A tot vlak B C M .

Opgave 9

Een kubus O A B C . D E F G heeft ribben van 6 cm. Punt M is het midden van ribbe B F . Voor de volgende berekeningen kun je de kubus in een cartesisch assenstelsel O x y z plaatsen.

a

Bereken de afstand van punt E tot vlak A M D .

b

Teken de snijlijn van een vlak V door A E en loodrecht op vlak A M D met het vlak A M D .

c

Bereken de afstand tussen de lijnen B E en A G .

d

Bereken de afstand van het midden van ribbe C G tot lijn A G .

Opgave 10

Van een regelmatige vierzijdige piramide T . A B C D is het snijpunt van A C en B D de oorsprong van een cartesisch O x y z -assenstelsel. Verder is A ( 4 , -4 , 0 ) , B ( 4 , 4 , 0 ) en T ( 0 , 0 , 12 ) . P ligt op A B zo, dat A P : P B = 1 : 3 . V is het vlak door P en evenwijdig aan vlak B C T .

a

Stel een vectorvoorstelling van V op.

b

Bepaal de coördinaten van het snijpunt van lijn A T en vlak V .

c

Geef een vectorvoorstelling van de snijlijn van V en vlak D C T .

d

Bereken de hoek die de vlakken A D T en V met elkaar maken in graden nauwkeurig.

e

Bereken de afstand tussen de vlakken V en B C T .

Opgave 11

Gegeven is de balk O A B C . D E F G met A ( 4 , 0 , 0 ) , C ( 0 , 8 , 0 ) en D ( 0 , 0 , 4 ) . Punt P is het midden van ribbe E F .

a

Bereken de afstand van punt P tot vlak A G C .

b

Bereken de afstand van punt P tot lijn G B .

c

Op ribbe E F ligt een punt M zo, dat de afstand van M tot vlak A G C 2 is. Bereken de coördinaten van M .

d

Bestaat er een punt N op ribbe E F zo, dat de afstand van dit punt tot lijn G B 2 is? Verklaar je antwoord.

Opgave 12

Gegeven zijn de punten A ( -6 , 24 , 7 ) , B ( -10 , 23 , 4 ) , C ( -6 , 20 , -5 ) en D ( 1 , 23 , 4 ) . Het vlak V heeft vergelijking 4 x + y + 6 z = 2 . Vierkant A B C D is grondvlak van een piramide T . A B C D waarvan de top T in vlak V en op de middelloodlijn van A C loodrecht op vlak A B C D ligt.

Bereken de hoogte van deze regelmatige vierzijdige piramide en bereken de lengte van ribbe A T .

Opgave 13

Een regelmatige vierzijdige piramide T . O A B C heeft een grondvlak van 4 c m bij 4 c m en een hoogte van 5 c m en staat in een cartesisch O x y z -assenstelsel. Punt A is het punt ( 4 , 0 , 0 ) . Op de z -as is een lichtbron opgehangen in het punt L ( 0 , 0 , 8 ) . De piramide is ondoorzichtig.

a

Bereken de oppervlakte van de schaduw die deze lichtbron op het O x y -vlak maakt van de piramide.

b

Bereken de afstand van L tot ribbe O T in twee decimalen nauwkeurig.

Opgave 14

De hoek tussen twee kruisende lijnen l en m is `60` °. De loodrechte snijlijn van l en m snijdt l in A en m in B . Op l ligt punt P zo, dat A P = 2 . Op m ligt punt Q zo, dat B Q = 4 en P Q = 6 .

Bereken de lengte van lijnstuk A B (twee mogelijkheden!) en de afstand van A B tot P Q .

verder | terug