`T.ABCD` is een regelmatige vierzijdige piramide met `A(2, text(-)2, 0)` , `B(2, 2, 0)` en `T(0, 0, 2)` . Laat zien dat lijn `AB` en lijn `CT` elkaar kruisen en bereken hun kortste onderlinge afstand.
`AB` : en `CT` :
Beide lijnen zijn niet evenwijdig want hun richtingsvectoren zijn geen veelvoud
van elkaar. Ze snijden of kruisen elkaar dus. Voor een snijpunt moeten er waarden
van
`p`
en
`q`
bestaan waarvoor
`(2, p, 0) = (text(-)2+q, 2+q, q)`
.
Ga na dat dergelijke waarden van
`p`
en
`q`
niet bestaan. De twee lijnen kruisen elkaar dus.
Hun kortste onderlinge afstand is de afstand van een punt (b.v. `(0, 2, 0)` ) van `AB` tot een vlak waar `CT` in ligt en dat evenwijdig is met `AB` . Hier is dat vlak `CDT` . Een vergelijking van dit vlak is `x - z = text(-)2` . Door een lijn door `(0, 2, 0)` en loodrecht op vlak `CBT` te snijden met dit vlak kun je de gevraagde afstand berekenen...
In
Maak de beschreven werkwijze duidelijk in een eigen tekening.
Laat met een berekening zien dat de lijnen en elkaar niet snijden.
Bereken vervolgens zelf de afstand tussen beide lijnen.