Stel je twee complexe getallen voor:
`z_1=1+2text(i)`
en
`z_2=2-3text(i)`
.
Bereken
`z = z_1 z_2`
.
Bepaal
`text(Re)(z)`
en
`text(Im)(z)`
.
.
Je ziet, dat door met een handig gekozen
`1`
te vermenigvuldigen zo'n breuk kan worden geschreven als één complex getal.
Je vermenigvuldigt dan teller en noemer met de geconjugeerde van de noemer.
En dus is
`text(Re)(z) = text(-)4/13`
en
`text(Im)(z) = 7/13`
.
In
Loop zelf de berekening in het voorbeeld na.
Neem en . Bereken .
Bepaal en .
Bereken .
Je grafische rekenmachine kan waarschijnlijk ook met complexe getallen rekenen. Bekijk
in het
Controleer de antwoorden van de opgaven t/m met de grafische rekenmachine.