Je hebt nu afgesproken dat
`text(i)`
het getal is waarvoor
`text(i)^2=text(-)1`
.
Daarmee heeft de vergelijking
`x^2=text(-)1`
twee oplossingen, namelijk
`x=text(i) vv x=text(-i)`
.
Welke oplossingen heeft `x^2=text(-)4` ?
Welke oplossingen heeft `(x-1)^2+15=0` ?