Complexe getallen kun je voorstellen door vectoren in het complexe vlak. Bijvoorbeeld
is het complexe getal
`1+2text(i)`
te tekenen als vector
`((1), (2))`
vanuit de oorsprong. Zo'n vector maakt een bepaalde hoek met de positieve
`x`
-as en heeft een bepaalde lengte. Die twee getallen kun je ook gebruiken voor de beschrijving
van de vector.
Daarmee kun je dus complexe getallen weergeven met behulp van een hoek (het argument)
en de lengte (de modulus). Je zult zien dat deze voorstelling van een complex getal
vaak goed bruikbaar is.
Je leert in dit onderwerp:
complexe getallen weergeven met behulp van de hoek met de positieve `x` -as en de lengte;
rekenen met complexe getallen in de poolvoorstelling;
werken met de stelling van De Moivre.
Voorkennis:
de basisbegrippen van complexe getallen;
complexe getallen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.