Teken de grafieken van de volgende lineaire vergelijkingen en bepaal als dat mogelijk is de richtingscoëfficiënt.
`5 x+2 y=10`
`text(-)2 x+5 y=7`
`x=4`
`4 -2 y=0`
In een bak zitten
`1000`
pakjes. In een aantal van die pakjes zit een cadeautje van € 9,00, in de overige zit een cadeautje ter waarde van € 1,00. Het totale bedrag aan cadeautjes in de bak is € 3000,00.
"De vraag is: Hoeveel pakjes met een cadeautje van € 9,00 zitten er in de bak?"
Stel twee lineaire vergelijkingen op om dit probleem op te lossen.
Maak grafieken bij deze vergelijkingen.
Bepaal de oplossing van het probleem.