In een vijver is sterke algengroei. Op het tijdstip dat men begint met meten, zit er in een liter water `10` gram algen. Deze concentratie algen blijkt per week met `15` procent toe te nemen.
Geef een formule waarmee je de concentratie algen `A` in liter per `10` gram algen kunt berekenen. Neem `t` voor de tijd in weken, met `t=0` het tijdstip waarop men begon met meten.
Neem aan dat ook voor de meting de concentratie algen groeide met `15` procent per week. Hoe hoog was de concentratie algen drie weken voor het begin van de meting? Rond af op één decimaal.
Wat was de concentratie algen twee dagen voor het begin van de meting? Geef het antwoord weer in één decimaal nauwkeurig.
Na hoeveel dagen was de hoeveelheid algen verdubbeld?
Bereken zonder rekenmachine.
`3^(text(-)5)*9^2`
`2^(text(-)10)* (2^3) ^5`
`(1/2) ^(text(-)4)`
`81^ (text(-) 1/4)`
Herleid de volgende uitdrukkingen tot de vorm `ax^n` .
`3 x^5* (2 x^3) ^2`
`(x^2*3 x^4) /(x^7)`
`4 x*root[4] (x^2)`