Een betonmixer vrachtwagen heeft een lading van 30 ton vloeibaar beton. De dichtheid van dit beton is 2,4 ton/m3.
De vrachtwagen wordt via een kubel gelost.
Een kubel bestaat uit twee (ruimtelijke) wiskundige figuren, twee cilinders en een afgeknotte kegel.
Het volume van de kubel is:
V=π⋅r21⋅h1+23π⋅r22⋅h3+13π⋅r21⋅(h2+h3)
Van deze kubel zijn de volgende afmetingen gegeven:
r1=5x
mm,
r2=2x
mm,
h1=3x
mm,
h2=7x
mm en
h3=4x
mm.
Stel een formule op voor het volume van deze kubel in m3 afhankelijk van x .
Bereken de waarde van x als het volume 0,96 m3 is in m in twee decimalen nauwkeurig.
De vlaggenmast AT is 10 m hoog. Bij een hevige storm is deze mast geknakt. De top van de mast rust nu op de grond, 3 m van het punt A. Het onderste deel van de mast staat nog loodrecht op de grond. Zie de figuur hiernaast.
Je wilt weten op welke hoogte het breekpunt B zit. Welk lijnstuk wordt je onbekende?
Er zit een rechthoekige driehoek in je figuur. Welke vergelijking levert dit op?
Los de gevonden vergelijking op en bereken hoe hoog punt B boven de grond zit.