Voor de afstand die een zeilwagen heeft afgelegd geldt
`s(t)=1,2 t^2`
.
Hierbij is
`s`
de afgelegde afstand in meter en
`t`
de tijd in seconde. De wagen gaat steeds sneller rijden.
De snelheid op
`t=4`
kun je uitrekenen met behulp van het differentiequotiënt op het interval
`[4, 4+h]`
als je na herleiden
`h rarr 0`
kiest. Je vindt dan
`v(4) = 9,6`
m/s.
Dit differentiaalquotiënt noem je ook wel de afgeleide waarde van
`s`
voor
`t=4`
en je noteert
`s'(4) = 9,6`
.
Op dezelfde manier kun je bij elke willekeurige `t` -waarde de snelheid uitrekenen met behulp van het differentiequotiënt op het interval `[t, t+h]` .
Je vindt dan `v(t) = s'(t) = 2,4t` .
`v(t)` is de veranderingsfunctie van `s(t)` en geeft voor elke waarde van `t` de momentane verandering van `s` . Omdat het hier over afstand en tijd gaat, is deze functie ook de snelheidsfunctie.
Je noteert zo'n veranderingsfunctie als
`s'(t)`
en hij heet de afgeleide functie. Hij beschrijft ook de helling van de grafiek voor elke waarde van
`t`
.
GeoGebra, Desmos, of een grafische rekenmachine kunnen bij een gegeven functie de grafiek van de afgeleide functie maken. Dat noem je de hellingsgrafiek van de functie. Je ziet hier de hellingsgrafiek van
`s(t)=1,2t^2`
.
Bekijk de formule voor de afgelegde weg van de zeilwagen in Uitleg 1.
Bereken de gemiddelde snelheid over de eerste vijf seconden.
Bereken de snelheid op `t = 5` met behulp van het differentiequotiënt op `[5, 5 + h]` , waarin `h rarr 0` .
Stel zelf de formule voor `v(t)=s'(t)` op met behulp van het differentiequotiënt op `[t, t+h]` .
Maak de grafiek van de afgeleide van `s(t)=1,2 t^2` met behulp van GeoGebra, Desmos, of een grafische rekenmachine. Ga na, dat deze grafiek hetzelfde is als de grafiek van de formule bij b.
Welke betekenis heeft `v(5)=s'(5)` ?
Hoe groot is `v(5)` ?
Gegeven is de functie `f(x) = x^2` .
Bereken `f'(5)` met behulp van een differentiequotiënt.
Stel de formule op voor de afgeleide functie
`f'(x)`
.
Maak ook de hellingsgrafiek van
`f`
en laat zien dat die past bij de afgeleide.
Controleer je antwoord bij a door `5` in de afgeleide functie in te vullen.