Algebra

Algebra > Wortels

1234567Wortels

Oefenen

Opgave 9

Vereenvoudig, neem aan dat `a ge 0` .

`sqrt(a^4)`

`sqrt(a^5)`

`sqrt(a^10)`

Opgave 10

Herleid de volgende wortelvormen tot ze zo eenvoudig mogelijk zijn.

$\sqrt[3]{27} + \sqrt[3]{4} \cdot \sqrt[3]{16}$

$\sqrt{28} + 2 \sqrt{63}$

${(\sqrt{6} - 1)}^{2}$

${(\sqrt[4]{10})}^{8}$

$\frac{10}{\sqrt{5}} - \sqrt{5}$

$\sqrt{\frac{3}{4}} + \sqrt{12}$

$\frac{\sqrt{5}}{2 - \sqrt{5}}$

$\frac{2}{\sqrt[3]{4}} - \sqrt[3]{2}$

Opgave 11

Herleid de volgende wortelvormen. Neem aan dat `a ge 0` en `b ge 0` .

$\sqrt{\frac{3}{4} a^{2}} + \frac{1}{2} a \sqrt{3}$

$\frac{3 a^{2}}{\sqrt{a}} - a \sqrt{a}$

$\sqrt[4]{a^{2} b} \cdot \sqrt[4]{16 a^{2} b^{3}}$

Opgave 12

Een balk heeft ribben met een lengte van $a$ , $2 a$ en $3 a$ scm.

Bereken alle mogelijke lengtes van de zijvlaksdiagonalen.

Bereken de lengte van alle lichaamsdiagonalen.

Opgave 13

Oefen het herleiden van uitdrukkingen met wortels via het practicum.

Blijf oefenen tot je vrijwel geen fouten meer maakt.