In vergelijkingen kunnen ook breuken voorkomen. Om zulke vergelijkingen op te lossen is de balansmethode meestal het handigst. Je probeert dan, net als bij vergelijkingen zonder breuken, ervoor te zorgen dat de variabele alleen nog links van het isgelijkteken voorkomt.
Los op: `3 + 126/x = 12` .
Met de balansmethode:
`3 + 126/x` | `=` | `12` |
beide zijden
`-3`
|
`126/x` | `=` | `9` |
beide zijden
`xx \x`
|
`126` | `=` | `9x` |
vergelijking andersom schrijven
|
`9x` | `=` | `126` |
beide zijden
`/ 9`
|
`x` | `=` | `126/9=14` |
Los de volgende vergelijkingen op.
`60/x = 5`
`x / 15 + 4 = 20`
`p/9 * 6/5 = 2`
` 3/(g) + 5/(2g) = 2`
Druk in de volgende formules `y` uit in `x`
`x * y = 6`
`2x + 4y = 15`
`12/(y+3) = x`
`x = 1/y + 1/(2y)`