Met behulp van de eigenschap `g^(\ ^glog(y))=y` kun je bij elke exponentiële functie schrijven met het standaard grondtal `10` .
Schrijf de functie `B(t) = 6 * 2^t` met het grondtal `10` .
Je hebt een grondtal van
`2`
.
Met de genoemde eigenschap geldt:
`10^(\ ^10log(2))=2`
, of korter
`10^(log(2))=2`
.
Hiermee wordt de gegeven formule: `B(t) = 6*(10^(log(2)))^t = 6*10^(log(2)*t) ~~ 6*10^(0,301t)` .
Bekijk in Voorbeeld 3 hoe je een exponentiële functie kunt schrijven met het standaard grondtal `10` .
Schrijf de functie `H_A(t) = 160 * 1,3^t` met het grondtal `10` .
Schrijf de functie `H_B(t) = 120 * 1,4^t` met het grondtal `10` .
Los op in twee decimalen nauwkeurig: `H_A(t) = H_B(t)` .