Periodieke functies > Sinus- en cosinusfuncties
12345Sinus- en cosinusfuncties

Uitleg

De belangrijkste periodieke functies zijn y=sin(x) en y=cos(x) met x altijd in radialen. Je ziet hier hun grafieken ontstaan door een punt P over een eenheidscirkel te bewegen. De draaihoek x=α is zowel in graden als in radialen (de bijbehorende booglengte in de eenheidscirkel) gegeven. De (rode) sinusgrafiek ontstaat uit de lengtes van QP en de (blauwe) cosinusgrafiek uit de lengtes van MQ . Beide grafieken lopen oneindig ver door als je ook draaihoeken buiten [0,2π] toelaat.

Beide grafieken herhalen zich met een periode van 2π hetgeen overeen komt met het draaien van P van 0 tot 360 .

Voor het omrekenen van graden naar radialen geldt 360=2π radialen, dus 1=π180 rad.

Het domein van beide functies is , alle x -waarden zijn toegestaan.

Het bereik van beide functies is [-1,1] .

De nulpunten van de sinusfunctie zijn x=α=...,-2π,-π,0,π,2π,3π,4π,... of kortweg x=kπ met k een geheel getal.

De nulpunten van de cosinusfunctie zijn x=α=...,-112π,-12π,12π,112π,212π,... of kortweg x=12π+kπ .

Opgave 1

Je ziet hier een deel van de grafiek van y=sin(x) met x in radialen waarbij alle waarden voor x zijn toegestaan.

a

Bij welke waarden van x zitten de maxima van deze grafiek? En hoe groot is zo'n maximum?

b

Bij welke waarden van x zitten de minima van deze grafiek? En hoe groot is elk minimum?

c

Met je rekenmachine vind je sin(1)=0,84147...
Voor welke waarden van x is de sinus even groot?

d

Ga na, dat sin(30)=0,5 .
Bij welke waarden voor x in de gegeven grafiek vind je deze uitkomst?

Opgave 2

Je ziet hier een deel van de grafiek van y=cos(x) met x in radialen waarbij alle waarden voor x zijn toegestaan.

a

Bij welke waarden van x zitten de maxima van deze grafiek? En hoe groot is zo'n maximum?

b

Bij welke waarden van x zitten de minima van deze grafiek? En hoe groot is elk minimum?

c

Met je rekenmachine vind je cos(1)=0,54030...
Voor welke waarden van x is de sinus even groot?

d

Ga na, dat cos(60)=0,5 .
Bij welke waarden voor x in de gegeven grafiek vind je deze uitkomst?

Uitleg 2| Verkennen