Gegeven zijn de vectoren `veca = ((text(-)4),(2))` en `vecb = ((2),(5))` .
Bereken de lengte van beide vectoren in twee decimalen nauwkeurig.
Bereken de richtingshoek van beide vectoren in graden nauwkeurig.
Bereken de hoek tussen beide vectoren in graden nauwkeurig.
Punt `P` beweegt over een lijn vanaf `A(0, 10)` op `t=0` en door `B(20 , 25)` op `t=10` .
Punt `Q` beweegt over een lijn vanaf `C(0, 1)` op `t=0` en door `D(20 , 31)` op `t=10` .
`t` is de tijd in seconden.
Laat zien dat beide punten met elkaar botsen en bereken na hoeveel seconden dit het geval is.
Bereken de hoek tussen beide lijnen in graden nauwkeurig.