Gegeven de twee breuken en (met `p != 0` en `q != 0` ). Tel beide breuken op, vermenigvuldig ze en deel de eerste door de tweede.
Optellen:
Vermenigvuldigen:
Delen:
Gegeven zijn de twee breuken en met `p != 0` en `q != 0` .
Bereken de som en het product van beide breuken.
Deel door .
Gegeven zijn de twee breuken en met `p != 0` .
Bereken de som en het product van beide breuken.
Deel door .
Bekijk altijd vooraf of je de breuken niet beter eerst kunt vereenvoudigen door teller en noemer door hetzelfde te delen.
Misschien hoef je wel niet eens met breuken te rekenen. Zo is .
Herleid de volgende uitdrukkingen (neem aan dat alle variabelen ongelijk zijn):