Je ziet hier twee tekendriehoeken zoals die in veel wiskundelokalen nog wel voorkomen.
De éne driehoek is rechthoekig en gelijkbenig en heeft daarom dezelfde vorm als je geodriehoek.
De zijden van die driehoek zijn , en .
De andere tekendriehoek is ook rechthoekig en is de helft van een gelijkzijdige driehoek.
De zijden van die driehoek zijn , en .
Bekijk de twee tekendriehoeken hierboven.
Je ziet hoe lang hun zijden zijn als de kleinste een lengte van cm heeft.
Neem eerst de geodriehoek.
Laat zien, dat de langste zijde `asqrt(2)` cm is.
Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde cm is?
Neem nu de andere tekendriehoek.
Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde cm is?
Hoe lang zijn alle zijden als de langste rechthoekszijde cm is?
Je tekent op de langste zijde van een driehoek met hoeken van `90^@` , `60^@` en `30^@` een gelijkbenige rechthoekige driehoek. Zo krijg je een vierhoek met twee rechte hoeken en een kortste zijde van `a` cm.
Hoe groot is de omtrek van deze vierhoek?