Doen.
meter.
meter.
De bruikbare oplossing is .
`4x - 20 = 4(x - 5)`
`4x^2 - 20x = 4x(x - 5)`
`4x^2 - 4x = 4x(x - 1)`
`16x - 20x^3 = 4x(4 - 5x^2)`
`x^2 + 5x + 6 = (x+2)(x+3)`
`x^2 - 5x + 6 = (x-2)(x-3)`
`x^2 - x - 6 = (x+2)(x-3)`
`0,5x^2 + 0,5x - 3 = 0,5(x^2 + x - 6) = 0,5(x+3)(x-2)`
Op 
    `0`
 herleiden: 
    `x^2 + 4x - 45 = 0`
.
Nu levert het getallenpaar 
    `text(-)5`
 en 
    `9`
 als som 
    `4`
 en als product 
    `text(-)45`
 op.
De ontbinding wordt 
    `(x - 5)(x + 9)`
.
`(x - 5)(x + 9) = 0` geeft `x - 5 = 0 vv x + 9 = 0` en dus `x = 5 vv x = text(-)9` .
Vul in `x = 5` en controleer of beide zijden gelijk worden. Doe daarna hetzelfde met `x = text(-)9` .
De ontbinding levert nu op 
    `(x + 15)(x - 3) = 0`
.
Dus is 
    `x + 15 = 0 vv x - 3 = 0`
 zodat 
    `x = text(-)15 vv x = 3`
.
Op 
    `0`
 herleiden: 
    `x^2 - 12x - 45 = 0`
.
De ontbinding levert nu op 
    `(x - 15)(x + 3) = 0`
.
Dus is 
    `x - 15 = 0 vv x + 3 = 0`
 zodat 
    `x = 15 vv x = text(-)3`
.
Haakjes wegwerken en op 
    `0`
 herleiden: 
    `x^2 - x - 90 = 0`
.
De ontbinding levert nu op 
    `(x - 10)(x + 9) = 0`
.
Dus is 
    `x - 10 = 0 vv x + 9 = 0`
 zodat 
    `x = 10 vv x = text(-)9`
.
Doen.
Eigen antwoord. Je kunt natuurlijk best een andere volgorde hebben.
`5x^2 - 10x - 15 = 0` geeft `x^2 - 2x - 3 = 0` en `(x - 3)(x + 1) = 0` . Dus `x - 3 = 0 vv x + 1 = 0` zodat `x = 3 vv x = text(-)1` .
Op 
    `0`
 herleiden en dan de som product methode gebruiken:
    `a^2 + 2a - 35 = 0`
 geeft 
    `(a - 5)(a + 7)=0`
 en dus 
    `a - 5 = 0 vv a + 7 = 0`
 zodat 
    `a = 5 vv a = text(-)7`
.
Maak gebruik van de ontbinding, dus `b - 2 = 0 vv 2b + 3 = 0` zodat `b = 2 vv b = text(-)1,5` .
Op 
    `0`
 herleiden: 
    `x^2 - 2x - 15 = 0`
.
Dit geeft 
    `(x + 3)(x - 5) = 0`
 en dus 
    `x + 3 = 0 vv x - 5 = 0`
 zodat 
    `x = text(-)3 vv x = 5`
.
`3x^2 + 6x - 45 = 0` geeft `x^2 + 2x - 15 = 0` en `(x - 3)(x + 5) = 0` en dus `x - 3 = 0 vv x + 5 = 0` zodat `x = 3 vv x = text(-)5` .
Gebruik GeoGebra of een GR.
Beide grafieken hebben drie snijpunten.
    `x = 0`
 geeft: 
    `0^3 = 0`
 en dat klopt.
    `x = sqrt(6)`
 geeft: 
    `(sqrt(6))^3 = (sqrt(6))^2 * sqrt(6) = 6 * sqrt(6)`
 en dat klopt.
    `x = text(-)sqrt(6)`
 geeft: 
    `(text(-)sqrt(6))^3 = (text(-)sqrt(6))^2 * text(-)sqrt(6) = 6 * text(-)sqrt(6)`
 en dat klopt.
| `x^3` | `=` | `9x` | op `0` herleiden | 
| `x^3 - 9x` | `=` | `0` | linkerlid ontbinden in factoren | 
| `x(x^2 - 9)` | `=` | `0` | splitsen | 
| `x = 0` | `vv` | `x^2 - 9 = 0` | rechter vergelijking verder oplossen | 
| `x = 0` | `vv` | `x^2 = 9` | rechter vergelijking worteltrekken | 
| `x = 0` | `vv` | `x = 3 vv x = text(-)3` | 
| `x^3` | `=` | `9x^2` | op `0` herleiden | 
| `x^3 - 9x^2` | `=` | `0` | linkerlid ontbinden in factoren | 
| `x^2(x - 9)` | `=` | `0` | splitsen | 
| `x^2 = 0` | `vv` | `x - 9 = 0` | oplossing opschrijven | 
| `x = 0` | `vv` | `x = 9` | 
| `x^3` | `=` | `9x^2 + 10x` | op `0` herleiden | 
| `x^3 - 9x^2 - 10x` | `=` | `0` | linkerlid ontbinden in factoren | 
| `x(x^2 - 9x - 10)` | `=` | `0` | linkerlid verder ontbinden | 
| `x(x - 10)(x + 1)` | `=` | `0` | splitsen | 
| `x = 0` | `vv` | `x - 10 = 0 vv x + 1 = 0` | oplossing opschrijven | 
| `x = 0` | `vv` | `x = 10 vv x = text(-)9` | 
| `x^4` | `=` | `9x` | op `0` herleiden | 
| `x^4 - 9x` | `=` | `0` | linkerlid ontbinden in factoren | 
| `x(x^3 - 9)` | `=` | `0` | splitsen | 
| `x = 0` | `vv` | `x^3 - 9 = 0` | rechter vergelijking verder oplossen | 
| `x = 0` | `vv` | `x^3 = 9` | rechter vergelijking worteltrekken | 
| `x = 0` | `vv` | `x = root[3](9)` | 
| `(x^2 - 4)(x^2 - 20)` | `=` | `80` | haakjes wegwerken en op `0` herleiden | 
| `x^4 - 24x^2` | `=` | `0` | linkerlid ontbinden in factoren | 
| `x^2(x^2 - 24)` | `=` | `0` | splitsen | 
| `x^2 = 0` | `vv` | `x^2 - 24 = 0` | oplossing opschrijven | 
| `x = 0` | `vv` | `x = +-sqrt(24)` | 
| `(x^2 - 4)(x^2 - 20)` | `=` | `0` | direct splitsen | 
| `x^2 - 4 = 0` | `vv` | `x^2 - 20 = 0` | oplossing opschrijven | 
| `x = +-2` | `vv` | `x = +-sqrt(20)` | 
    `3x(x - 12)=0`
    `x=0 vv x=12`
    `k^2=16`
    `k=4 vv k=text(-)4`
    `x^2-x=0`
    `x(x-1)=0`
    `x=0 vv x=1`
    `c^2 + 2c - 35 = 0`
    `(c + 7)(c - 5) = 0`
    `c = text(-)7 vv c = 5`
    `2x^2-4x-16=0`
    `x^2-2x-8=0`
    `(x-4)(x+2) = 0`
    `x=4 vv x=text(-)2`
    `2x^2-8x-17=0`
    `x^2-2x-8,5=0`
Dit kun je niet oplossen met ontbinden in factoren. (Wel met behulp van de abc-formule. Weet je nog hoe dat gaat?)
`x-10` meter.
De oppervlakte van het land is dan `x(x-10)=1200` m2.
Die vergelijking ga je oplossen: 
    `x^2-10x=1200`
 geeft 
    `x^2-10x-1200=0`
 en dus 
    `(x-40)(x+30)=0`
 zodat 
    `x=40 vv x=-30`
.
Afstanden kunnen alleen positief zijn dus alleen 
    `x=40`
 voldoet.
De lengte van het stuk grond wordt dan 
    `40`
 meter en de breedte 
    `30`
 meter.
Er is al sprake van een product van twee factoren waar uit komt en dus kun je meteen splitsen: `x - 5 = 0 vv 2x - 6 = 0` . De oplossing is `x = 5 vv x = 3` .
Nu moet je eerst de haakjes uitwerken en op 
    `0`
 herleiden: 
    `2x^2 - 16x = 0`
.
Vervolgens 
    `2x(x - 8) = 0`
 geeft 
    `x = 0 vv x = 8`
.
Haakjes uitwerken geeft en daaruit volgt . Dit kun je ontbinden in factoren en dan vind je en dus `x = 9 vv x = 1` .
Terugrekenen geeft en dus `x = 0 vv x = 6` .
Op 
    `0`
 herleiden en ontbinden: 
    `x(x^2 - 27) = 0`
.
Dit geeft 
    `x = 0 vv x = +-sqrt(27)`
.
Op 
    `0`
 herleiden en ontbinden: 
    `x^3 - 27x^2 - 90x = x(x - 30)(x + 3) = 0`
.
Dit geeft 
    `x = 0 vv x = 30 vv x = text(-)3`
.
Oefen jezelf met AlgebraKIT. Daarin kun je ook de antwoorden bekijken en uitleg uitklappen.
Oppervlakte vierkant is 
    `x^2`
.
Oppervlakte rechthoek is 
    `(12-x)(x-2)`
.
En dus is: 
    `x^2=(12-x)(x-2)`
.
Haakjes wegwerken geeft: 
    `x^2=12x-24-x^2+2x`
 en op 
    `0`
 herleiden levert op 
    `x^2-7x+12=0`
Na ontbinden in factoren wordt dit 
    `(x-3)(x-4)=0`
 en dus 
    `x=3 vv x=4`
.
Controleer dat beide voldoen.
Hierbij hoort de vergelijking .
Haakjes uitwerken geeft  en dus .
Ontbinden geeft  en dus 
    `x = text(-)20 vv x = 2`
.
Het tegelpad wordt  m breed.
Maak eerst een schets zoals die bij het zwembadprobleem.
Je kunt een vergelijking opstellen zoals .
Haakjes uitwerken geeft  en dus  m.
Het land heeft een oppervlakte van  m2 gekregen.
Je moet oplossen 
    `x^3 = pi*(1/2x)^2*10`
, dus 
    `x^3 = 2,5pi x^2`
.
Dit geeft 
    `x = 0 vv x = 2,5pi`
.
Bij 
    `x=0`
 hoort wel erg weinig kubus, dus de oplossing is 
    `x = 2,5pi ~~ 7,85`
 cm.
`x = 0 vv x = 13` .
`x = 15 vv x = text(-)2` .
`x = 11 vv x = text(-)1` .
`x = 0 vv x = text(-)4` .
`x = 0 vv x = +-4`
`x = 0 vv x = root[3](16)` .
`x = 0 vv x = 2 vv x = text(-)8`