Een wandelaarster maakt een bergwandeling. In de grafiek zie je het verloop van de loophoogte tijdens de wandeling.
Tussen welke twee grootheden geeft deze grafiek een verband weer?
Wat betekent het als de grafiek constant blijft?
Hoe zie je aan deze grafiek dat de wandelaar gedurende deze wandeling een kabelbaan heeft gebruikt?
Hoe zou je het verloop van deze wandeling in woorden beschrijven? Ga ervan uit dat de wandelaar geen pauzes houdt.
Een gezin met jonge kinderen heeft op een zomerse dag een opblaasbadje in de tuin gezet. Aan het begin van de middag vult vader het badje voor het grootste deel met de tuinslang. Daarna loopt hij heen en weer naar het huis en gooit er nog vijf grote emmers warm water bij. De kinderen spelen in het water, waardoor er water uit het badje verdwijnt. Halverwege de middag vult vader het badje nog een keer bij, zodat het badje weer even vol zit als toen de kinderen begonnen met spelen. Daarna spelen de kinderen weer in en met het water. Aan het einde van de dag kiept vader het badje leeg.
Teken het verloop van de grafiek van de waterhoogte in het badje.