`R = 1,00 + 0,17 xx a`
Wat de letters betekenen en welke eenheden erbij horen.
`R = 1,00 + 0,17 * 25 = 5,25` euro.
Bereken de reiskosten als je `25` km met de bus reist.
`F = 9/5 * C + 32`
`F = 9/5*20 + 32 = 68` °F.
Hoeveel graden Fahrenheit hoort er bij `20` °C?
Ze zijn veel overzichtelijker dan lange zinnen.
`l = 40 - 2 * 5 = 30` cm.
`l = 40 - 2 * 10,5 = 19` cm.
Hoe groot is de lengte van de kaars als hij `10,5` uur gebrand heeft?
`l = 30 - 1,5*t`
met
`l` de lengte in cm
`t` de brandtijd in uren
`l = 30 -1,5 * 6 = 21` cm.
Maak eerst een tabel en teken daarna de twee rechte lijnen bij deze tabel.
brandtijd `t` (uur) | 0 | 2 | 4 | 6 | 8 | 10 | 12 | 14 | 16 | 18 | 20 |
lengte deze kaars `l_1` (cm) | 30 | 27 | 24 | 21 | 18 | 15 | 12 | 9 | 6 | 3 | 0 |
lengte kaars voorbeeld `l_2` (cm) | 40 | 36 | 32 | 28 | 24 | 20 | 16 | 12 | 8 | 4 | 0 |
Beide kaarsen zijn na `20` uur opgebrand.
Kaars uit voorbeeld: `l = 40 -2 * 20 = 0` .
Deze kaars: `l = 30 - 1,5 * 20 = 0` .
`A = 5 * 3 = 15`
Hoe groot is de oppervlakte van de rechthoek als de lengte `5` en de breedte `3` is?
`I = l*b*h` , hierbij is `I` de inhoud, `l` de lengte, `b` de breedte en `h` de hoogte.
`I = 5 * 4 * 2 = 40`
Ja, `l` , `b` en `h` moeten dezelfde lengte-eenheid hebben en `I` de bijbehorende oppervlakte-eenheid.
`r = 4,50 + 1,25 * k` , met `r` de ritprijs in euro en `k` het aantal klantkilometers.
`l*b = 800` , met `l` de lengte en `b` de breedte.
`j = (m + v + 13)//2` , met `j` lengte jongen, `m` lengte moeder en `v` lengte vader, allemaal in cm.
`a = v*t` , met `a` de afstand, `v` de gemiddelde snelheid en `t` de tijd in bij elkaar passende eenheden.
`c = 40/60 * 9 + 1 = 7`
Het hoogste cijfer is een `10` en `60/60*9 + 1 = 10` .
Je krijgt een grafiek, waarbij de punten op een rechte lijn liggen: van `(0, 1)` tot `(60, 10)` .
Vanaf `30` punten: `c = 30/60 * 9 + 1 = 5,5` .
`k = x * 0,15 + 5,95` of `k = 0,15*x + 5,95` of `k = 5,95 + 0,15x` .
`k = 15 * 0,15 + 5,95 ~~ 6,70` euro.
Punten op een rechte lijn vanaf `(0; 5,95)` en ook door `(15; 6,70)` .
Maak eventueel een tabel en een grafiek om na te gaan dat de punten echt op een rechte lijn liggen.
De formule is fout, want `3 * Z` , dat zou betekenen als Zack `10` jaar oud is, dat Leo `30` jaar oud is.
De goede formule is: `L = 3 + Z` , waarbij `L` de leeftijd van Leo in jaren is en `Z` de leeftijd van Zack in jaren is.
Deze formule is goed.
Deze formule is fout. De variabelen zijn namelijk omgedraaid, de kosten zijn afhankelijk van het aantal uur dat je de waterfietsen huurt.
De correcte formule is: `k = 2,50 + 5*t` , waarbij `k` de totale kosten zijn die je betaalt en `t` de tijd is waarin je de waterfietsen huurt in uren.
Bijvoorbeeld `R = a xx 0,163 + 2,50` , waarin de letters hetzelfde betekenen als bij b.
Zie de tabel.
afstand (km) | 120 | 140 | 160 | 180 | 200 |
BMI | 21,60 | 23,20 | 24,80 | 26,40 | 28,00 |
Teken de rechte lijn door `(120; 21,60)` en `(200; 28,00)` .
Vanaf `120` tot en met `200` km.
`h = 208 - 0,7*l` , waarbij `h` de maximale hartslag in slagen per minuut en `l` de leeftijd in jaren. Je mag ook andere letters kiezen, als je maar niet twee keer dezelfde letter kiest.
`p = 4,00*a` of `p = 4a` , waarbij `p` de prijs in euro en `a` het aantal uur dat je parkeert.
`m = rho * V` , waarbij `m` massa in gram, `rho` (rho, een Griekse letter) de dichtheid in gram/cm3 en `V` het volume in cm3. Je mag ook andere letters kiezen, als je maar niet twee keer dezelfde kiest. Bij de eenheden is het belangrijk dat ze bij elkaar passen.
Een `3` .
Het maximale cijfer in Duitsland is een `1` . Als je `70` substitueert in de formule: `6 - 70/70 * 5 = 1` .
De grafiek is een rechte lijn door `(0, 6)` en `(70, 1)` .
Vanaf `28` punten: `c = 6 - 28/70 * 5 = 4` .