De formule voor de oppervlakte van een rechthoek is:
oppervlakte
`=`
lengte
`*`
breedte
Deze formule kun je korter schrijven door voor de variabelen een letter te nemen.
Bijvoorbeeld: `A = l * b`
Hierin is
`A` de oppervlakte
`l` de lengte
`b` de breedte
`l` en `b` moeten wel dezelfde lengte-eenheid hebben (bijvoorbeeld cm) en `A` krijgt dan in de bijbehorende oppervlakte-eenheid zijn (dus hier cm²).
Werk met de gegevens uit Voorbeeld 2.
Hoe groot is `A` als `l = 5` en `b = 3` ?
Hoe zou je deze vraag in normaal Nederlands stellen?
De inhoud van een balk kun je berekenen door de lengte, breedte en hoogte te vermenigvuldigen.
Geef een zo kort mogelijke formule om de inhoud van een balk te berekenen.
Gebruik de formule om de inhoud van een balk met lengte `5` , breedte `4` en hoogte `2` te berekenen.
Moet je nog wat afspreken over de gebruikte eenheden voor `I` , `l` , `b` en `h` ?