`17` werkdagen betekent `17 * 62 = 1054` km.
`1054` km kost `1054 * 0,07 = 73,78` euro.
Met de leasekosten samen dus `360 + 73,78 = 433,78` euro.
Nee, want de leasekosten blijven per maand gelijk.
Bijvoorbeeld: `K = 0,07 * a + 360` of `K = 360 + a*0,07` .
Maak bijvoorbeeld eerst een tabel met `a = 0, 100, 200, 300, ...`
De grafiek wordt een rechte lijn door `(0, 360)` en `(100, 367)` . (Scheurlijntje?)
`t` | `0` | `10` | `20` | `30` | `40` | `50` |
`K` | `30,00` | `32,50` | `35,00` | `37,50` | `40,00` | `42,50` |
Het startgetal is de uitkomst bij `t = 0` . Voor het hellingsgetal neem je een punt op de grafiek en je verhoogt de tijd met `1` stap, de kosten gaan dan € 0,25 omhoog. Het zal wel erg klein worden in je grafiek, dus misschien zet je liever een tijdstap van `10` minuten. Je gaat dan ook `10` keer het hellingsgetal omhoog.
Het startgetal wordt verlaagd en dus komt de hele grafiek `10` eenheden lager te liggen. De helling verandert niet!
Het hellingsgetal wordt verlaagd en dus gaat de hele grafiek iets minder steil omhoog lopen. Het startgetal verandert niet!
`100 rarr [ * 0,25 ] rarr 25 rarr [ + 30 ] rarr 55` , dus `55` euro.
Bij `a = 100` kreeg je bij a `K = 55` euro.
Als je beide rekenstappen omwisselt, krijg je
`100 rarr [ + 30 ] rarr 130 rarr [ * 0,25 ] rarr 32,5` , dus `32,5` euro.
Je mag de rekenstappen dus niet omwisselen (helaas voor jou).
Vanwege de vaste abonnementskosten gaat de grafiek niet door `(0, 0)` .
`y = 1,5*20 + 2 = 32`
Rekenschema: `20 rarr [ * 1,5 ] rarr 30 rarr [ + 2 ] rarr 32` .
Omdat de grafiek niet door `(0, 0)` gaat. Omdat het begingetal groter is dan `0` .
Maak een tabel met
`x = 0, 1, 2, 3, 4, ...`
Ga na dat je dezelfde grafiek krijgt als in het voorbeeld.
De grafiek gaat dan steiler omhoog lopen.
De grafiek gaat dan minder steil omhoog lopen.
Hellingsgetal `0` .
Hellingsgetallen kleiner dan `0` .
Als het startgetal groter wordt komt het punt op de `y` -as hoger te liggen.
Als het startgetal kleiner wordt komt het punt op de `y` -as lager te liggen.
Je moet dan het startgetal `0` maken.
`50 - 0,25*60 = 35` euro.
`50 - 0,25*200 = 0`
euro.
Ouders kiezen voor zo'n abonnement zodat hun kinderen niet onbeperkt kunnen bellen (of internetten met de smartphone).
Dat de grafiek een rechte lijn is die steeds daalt.
De formule is: `B = 50 - 0,25*a` en dat is gelijk aan `B = 50 + text(-)0,25*a = text(-)0,25*a + 50` .
`a rarr [ * text(-)0,25 ] rarr ... rarr [ + 50 ] rarr B` .
`200 rarr [ * text(-)0,25 ] rarr text(-)50 rarr [ + 50 ] rarr 0` .
Omdat de kaars gelijkmatig opbrandt: als hij twee keer zo lang brandt, dan is er een tweemaal zo lang stuk van de kaars opgebrand.
Na bijvoorbeeld `1` uur branden is de kaars `23,5` cm en na `2` uur branden is hij `22` cm. Als de kaars twee keer zo lang brandt, is de kaarslengte niet twee keer zo groot of klein.
Of:
Omdat bij `t = 0` de lengte `25` cm is.
`L = 25 - 1,5*t`
Rekenschema: `t rarr [ * text(-)1,5 ] rarr ... rarr [ + 25 ] rarr L` .
Omdat je naast een vast bedrag per jaar een vast bedrag per m3 betaalt.
verbruik `v` (m3) | `0` | `50` | `100` | `150` | `200` |
kosten `K` (euro) | `36` | `126` | `216` | `306` | `396` |
Rekenschema: `v rarr [ * 1,80 ] rarr ... rarr [ + 36 ] rarr K`
Formule: `K = 1,80*v + 36` of `K = v*1,80 + 36` .
`v = 120` geeft `K = 120*1,80 + 36 = 252` , dus de kosten zijn € 252.
Bij welke van deze grafieken is `y` recht evenredig met `x` ?
grafiek I
grafiek II
grafiek III
`0,5`
Bij welke van deze grafieken is het hellingsgetal negatief?
grafiek I
grafiek II
grafiek III
Dan is `h = 0` en dus `T = 20` °C.
hoogte `h` (km) | `0` | `1` | `2` | `3` | `4` |
temperatuur `T` (°C) | `20` | `14` | `8` | `2` | `text(-)4` |
Invullen in de formule: `T = 20 - 6 * 3 1/3 = 0` .
Rekenschema: `3 1/3 rarr [ * text(-)6 ] rarr text(-)20 rarr [ + 20 ] rarr 0` .
Welke grafiek hoort bij de dikste kaars? Licht je antwoord toe.
grafiek I
grafiek II
Beide grafieken vormen een rechte lijn, ieder uur brandt er evenveel van de kaars op.
Bij grafiek I kun je aflezen dat het startgetal `30` en het hellingsgetal `(text(-)30)/10 = text(-)3` is.
Grafiek I: `L = 30 - 3*t` .
Grafiek II wordt elke `6` uur `10` cm korter, dus het hellingsgetal is `(text(-)10)/6 = text(-)1 2/3` .
Grafiek II: `L = 25 - 1 2/3*t` .
Grafiek I: `L = 30 - 3*4 = 18` cm.
Grafiek II: `L = 25 - 5/3 * 4 = 18 2/3` cm.
Dus kaars II is dan het langst.
Omdat je naast een vast bedrag per jaar een vast bedrag per m3 betaalt.
verbruik `v` (m3) | `0` | `50` | `100` | `150` | `200` |
kosten `K` in gebied A (euro) | `36,00` | `126,00` | `216,00` | `306,00` | `396,00` |
kosten `K` in gebied B (euro) | `48,00` | `125,50` | `203,00` | `280,50` | `358,00` |
Gebied A:
`K = 36 + 1,80*v`
.
Gebied B:
`K = 48 + 1,55*v`
.
Vul
`v = 120`
in beide formules in.
In gebied A zijn de kosten € 252,00 en in gebied B betaal je € 234,00.
In het gebied waar het hellingsgetal het kleinst is, dus in gebied B.
`K = 0,07*a + 360`
`R = 0,19*a`
Alleen bij de formule voor `R` , want als `a = 0` is ook `R = 0` .
Maak eerst een tabel met `a = 100, 200, 300, ...`
Reiskilometers per maand: `a = 16*62 = 992` km (voor een maand van precies vier weken met elk vier werkdagen).
Kosten: `K = 0,07*992+360 = 429,44` .
Vergoeding: `K = 0,19*992+360 = 188,48` .
Ze komt dus lang niet uit de kosten, maar de auto zal ook voor andere zaken worden gebruikt.
Zie de grafiek, ze moet dan `3000` km of meer voor haar werkgever rijden.
`a` | `0` | `5` | `10` | `15` | `20` |
`K` | `3,50` | `14,75` | `26,00` | `37,25` | `48,50` |
`K = 2,25*a + 3,50`
Er is wel een vast hellingsgetal, maar het begingetal is niet `0` .
`18` km.