Bekijk de zes hoeken.
Zet de hoeken op volgorde van klein naar groot. Gebruik hiervoor het <-teken.
Welke hoeken zijn scherp?
Welke hoeken zijn overstrekt?
Welke hoeken zijn stomp?
Hier zie je een vierhoek met twee diagonalen.
Wat voor hoek is `/_ASC` ?
Wat voor hoek is `/_BCS` ?
Wat voor hoek is `/_DAB` ?
Zet de hoeken in de juiste volgorde van klein naar groot: `/_ABC` , `/_ADS` en `/_ASD` . Gebruik hiervoor het `lt` -teken.