Hoeken > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Testen

Opgave 6

Deze zes hoeken vind je ook op het werkblad.

a

In welke hoek hoort eigenlijk geen boogje te staan? Wat moet er wel staan?

b

Zet de hoeken op volgorde van klein naar groot met behulp van het kleinerdanteken `<` .

Opgave 7

Teken de hoeken `/_A = 32^@` , `/_B = 161^@` , `/_C = 199^@` en zet bij elke hoek of hij scherp, stomp, recht, gestrekt of overstrekt is.

Opgave 8

Teken op het werkblad in deze twee hoeken een deellijn en schrijf in je figuren hoe groot de beide delen van de hoek zijn.

Opgave 9

Je ziet hier een figuur met twee evenwijdige lijnen. Gegeven is `/_A_2 = 68^@` .

a

Beredeneer de grootte van `/_B_4` .

b

Beredeneer de grootte van `/_C_2` .

Opgave 10

De hoeken `A_1` en `A_2` vormen samen een gestrekte hoek en `/_A_1` is twee keer zo groot als `/_A_2` .

Beredeneer de grootte van `A_1` .

Opgave 11

Teken de driehoeken.

a

`Delta KLM` met `/_L = 40^@` , `KM = 4` en `KL = 5` cm.

b

`Delta PQR` met `/_P = 40^@` , `/_Q = 60^@` en `QR = 4` cm.

verder | terug