Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van `5` cm in één decimaal nauwkeurig.
Voor de omtrek van cirkel geldt: omtrek (cirkel) `= π*` diameter.
Hier is de diameter
`d = 2*5 = 10`
cm.
Dus is de omtrek van de cirkel:
`π*d = π*10 ≈ 31,4`
cm.
Voor een cirkel met diameter
`d`
en straal
`r`
geldt:
`d = 2r`
.
De formule voor de omtrek van een cirkel kun je daarom ook schrijven als
omtrek (cirkel)
`= π*2r = 2πr`
.
Ga na dat je met deze formule dezelfde omtrek vindt voor de gegeven cirkel.
Bekijk de berekening van de omtrek van de cirkel in Voorbeeld 1.
Voer zelf de berekening uit en controleer de afronding.
In het voorbeeld staat nog een tweede formule voor het berekenen van de omtrek van een cirkel. Bereken de omtrek van de cirkel ook met die formule.
Bereken de omtrek van een cirkel met een diameter van `25` cm. Rond af op twee decimalen.
Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van `25` cm. Rond af op twee decimalen.
Het binnengebied van deze rotonde is zuiver cirkelvormig. De diameter daarvan is `20` meter.
Bereken de omtrek van het binnengebied van deze rotonde. Rond af op één decimaal.
In het cirkelvormige binnengebied van de rotonde ligt een cirkelvormig grasperk met een straal van `4` meter. Op de rand van dat grasperk worden rozen geplant. De afstand tussen (de middens van) twee rozenstruikjes wordt `60` centimeter.
Hoeveel struikjes zijn er voor nodig?