Breuken > Breuk en kommagetal
123456Breuk en kommagetal

Voorbeeld 2

Je wilt `2/3` van `42` uitrekenen.
Je kunt van `2/3` niet een breuk maken met tienden, honderdsten, enz.

De rekenmachine geeft:
`0,666666667` .
Niet alle rekenmachines laten evenveel zessen zien. Eigenlijk zijn er oneindig veel zessen.
Die laatste `7` komt door afronden.

Op twee decimalen is `2/3 ~~ 0,67` .
Maar bedenk dat dit maar een afronding is: `2/3` is niet gelijk aan `0,67` , maar iets minder. Afhankelijk van de omstandigheden kan dat belangrijk zijn. Dan moet je meer decimalen gebruiken.

Je rekenmachine rekent wel met meer decimalen: `2//3 xx 42 = 28` .

Opgave 7

Je kunt `1/6` als decimaal getal schrijven.

a

Gebruik je rekenmachine. Waarom kan het antwoord van `1//6` op je rekenmachine nooit precies `1/6` zijn?

b

Hoeveel is `1/6` deel van een euro in centen?

c

Hoeveel is `1/6` deel van een kilometer als je op meters nauwkeurig wilt zijn?

d

Bereken `5/6` deel van `2,6` kilometer op meters nauwkeurig.

Opgave 8

Je wilt een plank van `1` m in drie gelijke stukken zagen.
Waarom kunnen die drie stukken tegen elkaar nooit meer precies `1` m lang zijn?

verder | terug