Hier wordt vijf keer een breuk beschreven.
`3` van de `5`
`3 // 4`
vijf-zevende deel
`0,55`
`7` van de `11`
Zet de breuk er telkens achter.
Schrijf de breuken uit a van klein naar groot op. Gebruik daarbij het teken voor "kleiner dan" .
Vul `lt` , `gt` of = in:
`2/11 \ ... \ 3/11`
`2/11 \ ... \ 2/10`
`2/10 \ ... \ 3/11`
`1 3/8 \ ... \ 1 1/3`
`1/3 \ ... \ 0,33`
`0,1538 \ ... \ 2/13`
Volgens de statuten van sportclub LLDM moet `3/4` deel van de leden op een vergadering aanwezig zijn om over een voorstel te mogen stemmen. Als men over een wijziging van de statuten stemt moet `2/3` van de aanwezigen vóór stemmen om die wijziging aan te nemen.
Op een ledenvergadering zijn `176` van de `234` leden aanwezig. Mag er worden gestemd?
Voor een voorstel tot wijziging van de statuten stemmen `117` van de aanwezige leden. Wordt het voorstel aangenomen?