Verhoudingen > Procentrekenen
123456Procentrekenen

Voorbeeld 1

Een bekende schrijver krijgt 15 % van de verkoopprijs van elk van zijn boeken.
Hij heeft een paar boeken geschreven die voor € 16,00 worden verkocht. Hij heeft ook boeken geschreven die voor € 10,00 worden verkocht.
Van de boeken van € 16,00 zijn er in een bepaald jaar 14.000 verkocht.
Van de boeken van € 10,00 zijn er dat jaar 36.000 verkocht.
Hoeveel heeft de schrijver in totaal daaraan verdiend?

> antwoord

Je kunt bijvoorbeeld zo rekenen:

  • Boeken van € 16,00 leveren 0,15 × 16 = 2,40 euro per boek op.
    In totaal wordt dat 14.000 × 2,40 = 33.600 euro.

  • Boeken van € 10,00 leveren 0,15 × 10 = 1,50 euro per boek op.
    In totaal wordt dat 36.000 × 1,50 = 54.000 euro.

Dat is in totaal 33.600 + 54.000 = 87.600 euro.

Je ziet het: je moet schrijver worden en goed verkopen!

Opgave 4

Een akkerbouwer verbouwt tarwe en rogge voor de verkoop. Hij bekijkt de prijzen van dat moment: € 160 voor 1000 kg tarwe en € 75 voor 1000 kg rogge. Hij kan daarmee 14 % winst maken op de tarwe en 21 % op de rogge. Hij schat dat hij ongeveer 130.000 kg tarwe en 65.000 kg rogge kan oogsten.

a

Hoeveel winst maakt hij op de tarwe volgens deze schatting?

b

Hoeveel winst zal hij in totaal op de tarwe en de rogge maken?

Opgave 5

Jaren geleden ging 84 % van alle toen nog 16 miljoen Nederlanders op vakantie. 75 % daarvan ging naar het buitenland.

a

Hoeveel Nederlanders gingen er dat jaar naar het buitenland?

b

Hoeveel procent van alle Nederlanders ging naar het buitenland op vakantie?

c

Ongeveer 16 % van alle Nederlanders die naar het buitenland op vakantie gingen, verbleven dat jaar in Scandinavië. Hoeveel mensen waren dat?

verder | terug