Los de volgende vergelijkingen op door terugrekenen.
`15 + 0,25t = 26`
`20(a+1)^2 = 1600`
`4sqrt(x-1) = 12`
Een vierkant stuk grond krijgt aan alle zijden een boswal die `3` m breed is. De oppervlakte van het stuk grond wordt daardoor vergroot tot `15000` m2.
Noem de lengte van een zijde van het oorspronkelijke vierkant
`x`
m.
Laat zien dat dan moet gelden:
`(x+6)^2 = 15000`
.
Bereken de lengte van de zijde van het oorspronkelijke vierkant in één decimaal nauwkeurig.