Lineaire verbanden > Lineaire formules
123456Lineaire formules

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

GR: Y1=0.93X + 62, met venster 0x1000 en 0y1000 .

b

Met de GR kun je vaststellenn dat een huishouden dan meer dan 1008 m3 water per jaar moet gebruiken, dat is 2,762 m3 per dag.

In een gezin met bijvoorbeeld 6 kinderen (totaal 8 personen) is dat het geval bij een gebruik van 345 liter per persoon per dag. Dat is erg veel water.

Opgave 1
a

K=1,20a+70

b

€ 1,20

c

€ 70,00

d

K=1,20195+70=304 euro.

e

Een geschikt venster is 0x300 en 0y500 .

f

1,20a+70=250 geeft 1,20a=180 en dus a=150 .

Opgave 2
a

Aan het hellingsgetal. Dat is negatief, namelijk -0,2 , dus de lijn daalt.

b

Hellingsgetal is -0,2 .

De snijpunten met de assen zijn (0,6) en (30,0) .

GR: Y1=-0.2X+6 met bijvoorbeeld het standaardvenster.

c

y=0 geeft -0,2x+6=0 en 0,2x=6 , zodat x=30 .

Dus (30,0) .

d

Substitueer de waarden a=-0,2 , x=10 en y=9 in de formule y2=ax+b .
Je krijgt 9=-0,210+b en dit geeft b=11 .

Dus y2=-0,2x+11 .

Opgave 3
a

Nee, je krijgt y=2x+3 ; die grafiek gaat niet door (99,200) , want 299+3200 .

b

Substitueer de waarden x=99 en y=200 in de formule y=2x+b ; je krijgt 299+b=200 , ofwel 198+b=200 , dus b=2 .

c

Substitueer de waarden x=99 en y=200 in de formule y=ax+3 ; je krijgt a99+3=200 , ofwel 99a=197 , dus a=19799=19899 .

Opgave 4
a

R=1,20a+3,50

b

1,20 , dus 1,2 .

c

R=0 levert een negatieve waarde voor a op en dat past niet bij deze situatie.

d

R=1,2016+3,50=22,70 euro.

e

1,20a+3,50=31,10 geeft 1,20a=27,60 zodat a=23 kilometer.

f

Nee, er is geen sprake van een recht evenredig verband.

Opgave 5
a

Per 100 meter daalt de temperatuur met 0,6 °C, dus per meter met 0,006  °C.
De richtingscoëfficiënt is daarom -0,006 ; de beginwaarde (op een hoogte van 0 meter) is 24  °C.

b

24-0,006h=0 geeft 0,006h=24 en dus h=4000 .

c

h staat voor de hoogte in meters. Een realistische hoogte ligt tussen 0 en 5000 meter.

T staat voor de temperatuur.

De bijbehorende T -waarden liggen tussen de -10 en 25 °C.

Je kunt deze waarden van y ook met behulp van een tabel (bij x tussen 0 en 5000 ) op de GR bepalen. Venster bijvoorbeeld: 0x5000 en -10y25 .

d

T=-0,0068848+24=-29,088
Ongeveer -29,1 °C.

Opgave 6
a

€ 75,00

b

€ 0,09

c

g=0,10k+87,50 met g in euro's en k in kilometers.

Opgave 7
a

Snijpunt y -as: x=0 geeft y=-5 .

Snijpunt x -as: y=0 geeft 3x-5=0 en dus x=53 .

De snijpunten met de assen zijn: (53,0) en (0,-5) .

b

Snijpunt y -as: x=0 geeft y=-4 .

Snijpunt x -as: y=0 geeft x-4=0 en dus x=4 .

De snijpunten met de assen zijn: (4,0) en (0,-4) .

c

Snijpunt y -as: x=0 geeft y=4 .

Snijpunt x -as: y=0 geeft -0,5x+4=0 en dus x=8 .

De snijpunten met de assen zijn: (8,0) en (0,4) .

d

Snijpunt y -as: x=0 geeft y=-6 .

Snijpunt x -as: y=0 geeft -2x-6=0 en dus x=-3 .

De snijpunten met de assen zijn: (-3,0) en (0,-6) .

Opgave 8
a

Het verband tussen k en u is lineair, omdat er voor elk gewerkt uur € 35,00 bijkomt.

b

k is niet recht evenredig met u , omdat bij u=0 geen k=0 hoort.

c

Omdat het verband lineair is, moet de formule zijn: k=au+b .
a=35 , omdat er voor elk gewerkt uur 35 euro bij de kosten bij komt.
b=65 omdat bij u=0 de kosten 65 zijn.
Dus: k=35u+65 .

d

k=356+65=275 euro.

e

2 uur en 50 minuten is 256 uur.
k=35256+65164,17 euro.

Opgave 9
a

w=2,5200-300=200
De winst is dus € 200,00.

b

Dat zijn de gemaakte kosten.

c

Dat is de opbrengst per bezoeker.

d

2,5n-300=0 geeft 2,5n=300 en dus n=120 .
Het gevraagde snijpunt is (120,0) . Vanaf een bezoekersaantal van 120 geldt dat w>0 . Vanaf dat moment wordt er dus winst gemaakt.

Opgave 10
a

Haar dagloon bij het callcenter is L=83,20+x2,00=25,60+2x ; met x het aantal geworven klanten. Haar dagloon bij de supermarkt is L=84,50=36 .

25,60+2x=36 geeft x=5,2 (algebraïsch of met de GR).

b

Haar dagloon bij het callcenter is L=3,20u+32,00=3,2u+6 ;

haar dagloon bij de supermarkt is L=4,50u ;

de twee grafieken snijden elkaar bij x=4,615 (algebraïsch of met de GR optie intersect).

Zij mag maximaal 4:374:30 uur doen over het werven van drie klanten.

Zij mag maximaal 6:096:00 uur doen over het werven van vier klanten.

Zij mag maximaal 7:427:30 uur doen over het werven van vijf klanten.

Opgave 11Gala
Gala
a

k=30b+2500 en r=48b+1000

b

Voer in: Y1 = 30X + 2500 en Y2 = 48X + 1000

De x -coördinaten van het snijpunt van deze grafieken is x83,33 .

De vertegenwoordiger moet minstens 84 ballen verkopen om winst te maken.

Opgave 12Fooi
Fooi
a

Bij een toename van $ 10 in de rekening stijgt de fooi met $ 1,50.

Bij een toename van $ 1 in de rekening stijgt de fooi met $ 0,15.

De richtingscoëfficiënt is dus 0,15 .

Als je het begingetal wilt weten, moet je terugrekenen:

bij een rekening van $ 20 krijg je € 4 fooi, dus bij 0 dollar 4-21,50=1 dollar.

Het begingetal is daarom 1 .

De formule bij het lineaire verband is dus: F=0,15R+1 .

b

F=0,1545+1=7,75 dollar.

Opgave 13
a

De grafiek is een rechte lijn door (0,40) en gaat bij elke 100 naar rechts, 8 omhoog.

w (in m³) 0 100 200 300 400
p (in euro) 40 48 56 64 72
b

€40,00 bij w=0 (snijpunt met de verticale as).

c

p=0,08w+40

d

Formule: p=0,08w+50 .
Grafiek: beginpunt wordt (0,50) , de grafiek schuift verticaal 10 eenheden omhoog.

Opgave 14
a

Het snijpunt met de x -as is (-212,0) ; het snijpunt met de y -as is (0,10) .

b

y=4x+7

c

y=0,5x+10

| Testen