Werken met formules

Werken met formules > Formules en de GR

12345Formules en de GR

Theorie

Bij een formule die het verband tussen de variabelen $x$ $x$ en $y$ $y$ beschrijft, noem je $y$ $y$ een functie van $x$ $x$ , wanneer deze formule de vorm $y = ...$ $y = ...$ heeft. In de bijbehorende grafiek komt $y$ $y$ dan altijd op de verticale as.

In de formule $y = x^{2} + 4$ $y=x^2+4$ is $y$ $y$ een functie van $x$ $x$ .
In de formule $P = 0,052 v^{3}$ $P=0,052 v^3$ is $P$ $P$ een functie van $v$ $v$ .
De formule $a + 2 b = 6$ $a+2 b=6$ kun je op twee manieren schrijven:
- $a = 6 - 2 b$ $a=6 -2 b$ , met $a$ $a$ als functie van $b$ $b$ ;
- $b = 3 - 0,5 a$ $b=3 -0,5 a$ , met $b$ $b$ als functie van $a$ $a$ .

Formules met twee variabelen van de vorm $y = ...$ $y = ...$ kun je in de grafische rekenmachine invoeren. Hoe je dat doet, vind je in het practicum.

Hier zie je bijvoorbeeld de grafiek van de functie $y = 0,052 x^{3}$ $y=0,052x^3$ . Het maken van de grafiek van een functie op de grafische rekenmachine wordt plotten genoemd.

Voorbeeld 1| Uitleg