Het percentage van deze soldaten dat een lengte heeft van minder dan (afgerond) `175` cm.
Of:
De kans dat een willekeurige soldaat van deze groep een lengte heeft van minder dan (afgerond) `175` cm.
Omdat `175` precies een klassengrens is en `171` niet.
`text(P)(L=175)`
is onduidelijk.
Als je bedoelt dat iemand precies
`175`
cm is, dan is die kans
`0`
, want niemand is precies
`175`
cm. Maar iemand kan wel afgerond
`175`
cm zijn, dan heb je het eigelijk over
`text(P)(174,5 le L lt 175,5)`
.
`3,4 + 11,6 + 23,9 =38,9` % en hieruit volgt `text(P)(165 ≤L < 180)=0,389` .
Neem van het practicum het deel "De normale verdeling" door.
Voer in normalcdf(165,180,182,7). De uitkomst is: `~~0,380` .
`text(P)(166 ≤L < 177\|\μ(L)=182 text( en ) σ(L)=7 ) ~~ 0,226`
`text(P)(L < 166\|\μ(L)=182 text( en ) σ(L)=7 ) ~~ 0,011` , dus `1,1` %.
`text(P)(L > 192\|\μ(L)=182 text( en ) σ(L)=7 ) ~~ 0,077` , dus `7,7` %.
`mu = 182` en `sigma = 7` geeft
Eerste vuistregel:
`μ - σ = 175`
en
`μ + σ = 189`
.
`text(P)(175<L<189) ~~0,683`
en dat is ongeveer
`68`
%.
Tweede vuistregel:
`μ - 2σ = 168`
en
`μ + 2σ = 196`
.
`text(P)(168<L<196) ~~0,954`
en dat is ongeveer
`95`
%.
`mu = 182` en `sigma = 7` dus `μ - 3σ = 161` en `μ + 3σ = 203` .
`text(P)(161 < L < 203 )≈0,997` , ongeveer `99,7` %.
De kans dat een willekeurige soldaat uit de onderzochte groep een lengte heeft tussen `162` en `178` cm.
`text(P)(171 < L < 178 | mu = 182 text( en ) sigma = 7)≈0,226` , dus ongeveer `22,6` %.
Met de grafische rekenmachine is het percentage soldaten dat precies `171` cm lang is gelijk aan `text(P)(171 ≤L≤171 | mu = 182 text( en ) sigma = 7)=0` , dus `0` %.
`1,5 * σ = 10,5` dus `μ-1,5 *σ = 182 - 10,5 = 171,5` en `μ+1,5 *σ = 182 + 10,5 = 192,5` .
`text(P)(171,5 ≤L < 192,5 )≈0,866` , dus ongeveer `86,6` %.
`text(P)(G < 140 | μ=150 text( en ) σ=17 )≈0,278`
`text(P)(140 < L < 160 | μ=150 text( en ) σ=17 )≈0,444` dus `44,4` %.
`text(P)(G < 120 | μ=150 text( en ) σ=17 )≈0,039` dus `0,039 *340 ≈13` appels.
Hier is sprake van een situatie met terugleggen: ieder van de vijf appels heeft dezelfde (normale) kans om lichter te zijn dan `120` gram. Deze kans heb je bij c al berekend, die is `0,039` .
Als de kansvariabele `X` het aantal appels is dat lichter is dan `120` gram, dan is de gevraagde kans: `text(P)(X ge 4)` en deze is gelijk aan `text(P)(X = 4 text( of ) X = 5)` .
`text(P)(X = 4) = ((5),(4)) * 0,039^4 * 0,96`
`text(P)(X = 5) = 0,039^5`
Dus `text(P)(X ge 4) = text(P)(X = 4) + text(P)(X = 5) ~~ 0,00001` .
De kansvariabele
`X`
is het aantal centimeter spanwijdte.
`text(P)(X > 6 | mu = 5,2 text( en ) sigma = 0,8) ~~ 0,159`
dus
`15,9`
%.
`1000 * text(P)( 5 < X < 6 | mu = 5,2 text( en ) sigma = 0,8) ~~ 1000 * 0,440 = 440` .
`text(P)(X > 6,5 | mu = 5,2 text( en ) sigma = 0,8) ~~ 0,052`
`text(P)(L≤g)=0,20` geeft `g≈176,1` cm.
Bedenk dat je dit ook zonder de grafische rekenmachine kunt berekenen, want deze grenswaarde ligt even ver van de gemiddelde lengte van `182` cm af als lengte van `187,9` cm (vanwege symmetrie) die de grenswaarde was voor de `20` % langste soldaten.
`a`
geeft de grens aan van de
`10`
% tussen
`mu`
en
`a`
en dus is
`a`
de grens aan van de kleinste
`50 + 10 = 60`
%.
`text(P)(L≤a)=0,60`
geeft
`a≈183,8`
cm.
`text(P)(L≤g)=1/3`
geeft
`g≈179,0`
cm.
De maat small is geschikt voor soldaten die maximaal
`179`
cm lang zijn.
Het gaat hier in ieder geval om soldaten met een lengte vanaf `179` cm.
`text(P)(L≤g)=2/3`
geeft
`g≈185,0`
cm.
De maat M is voor soldaten met een lengte tussen
`179`
cm en
`185`
cm.
Voer in: `text(invNorm)(0,9; 950; 120)` . Je vindt ongeveer `1103,8` uur.
`869,1` uur
`9,1` % bevat te weinig meel
Ongeveer `0,98` % bevat meer `1011` gram meel, dus hij voldoet net aan de eis.
hoogstens `999` gram
Voer in: `text(normalcdf)(text(-)10^(99), 174, 178, 5)` .
De kans is ongeveer `0,2119` .
Voer in: `text(normalcdf)(3; 5; 4,3; 1,2)` .
De kans is ongeveer `0,5808` .
Voer in: `text(normalcdf)(1180, 10^(99), 1190, 113)` .
De kans is ongeveer `0,4298` .
`text(P)(G le 1000 | mu=1010 text( en ) sigma=9)~~ 0,133`
Dus
`13,3`
%.
`text(P)(G > 1000 | mu=1010 text( en ) sigma=9) ~~ 0,8667`
Dus
`86,7`
%.
`text(P)(G > 1005 | mu=1010 text( en ) sigma=9) ~~ 0,2893`
`text(P)(G > 1020 | mu=1010 text( en ) sigma=9) ~~ 0,0131`
Dus
`1,3`
%.
`text(P)(N > 3600| mu=3350 text( en ) sigma=400)=0,2659...`
.
Dus
`0,2659...·100 ~~ 27`
keer.
`text(P)(N > 4000 | mu=3350 text( en ) sigma=400)~~0,0521`
`4`
van de
`50`
is
`8`
%.
`text(P)(T > g) = 0,08`
geeft
`text(P)(T < g)= 1-text(P)(T>g)=1-0,08=0,92`
en
`g~~3912`
.
De gemiddelde hoeveelheid regen was minstens `3912` mm.
Auto A: `text(P)(A > 540 | mu=512 text( en ) sigma=24) ~~ 0,1217` .
Auto B: `text(P)(B > 540 | mu=506 text( en ) sigma=33) ~~ 0,1514` .
Jan kan het beste met auto B gaan, want die heeft een iets grotere kans om `540` km of meer te kunnen rijden met één tank.
`text(P)(V < 1 | mu=1,02 text( en ) sigma=0,015)~~ 0,0912`
Dus
`9,1`
%.
`text(P)(V > 1,03 | mu=1,02 text( en ) sigma=0,015)~~ 0,2525`
Dus
`25,3`
%.
`text(P)(V < 0,98 | mu=1,02 text( en ) sigma=0,015)~~ 0,0038`
`text(P)(0,995 < V < 1,005 | mu=1,02 text( en ) sigma=0,015)~~ 0, 1109`
Dus
`11,1`
%.
Op te lossen: `text(P)(V < g) = 0,05` .
Voer in: `text(invNorm)(0,05; 1,02; 0,015)` .
`g~~0,995` liter.
`text(P)(V > g) = 0,1` geeft `text(P)(v < g)= 1-text(P)(V>g)=1-0,1=0,9` .
Voer in: `text(invNorm)(0,9; 1,02; 0,015)` .
Dit geeft ongeveer `1,04` liter.
`text(P)(M < g | mu_M =3700 text( en ) sigma_M =400)= 0,2` geeft `g~~3363` euro.
`text(P)(V < 3363 | mu_V =3350 text( en ) sigma_V =450)~~0,512` .
Ongeveer `51` %.
`text(P)(S > 20 | mu=21,9 text( en ) sigma=5,4)~~ 0,6375`
Dat is dus ongeveer
`64`
%.
Eerste jaar: `text(P)(S < 29 | mu=21,9 text( en ) sigma=5,4)~~0,9057` is ongeveer `90,6` %.
Tweede jaar: `text(P)(S < 28 | mu=19,2 text( en ) sigma=5,9)~~0,9321` is ongeveer `93,2` %.
Ze heeft het tweede jaar relatief meer deelnemers achter zich gelaten.
Eerste jaar: `text(P)(S > 22 | mu=21,9 text( en ) sigma=5,4)= 0,4926...` .
Tweede jaar: `text(P)(S > 22 | mu=19,2 text( en ) sigma=5,9)=0,3175...` .
Dus de kans dat een willekeurige deelnemer beide jaren meer dan `22` punten heeft behaald, is `0,4926...·0,3175...~~0,156` .
`text(P)(L lt 55 | mu(L)=85 text( en ) sigma(L)=22) ~~ 0,0863`
en dat zijn
`0,0863*500~~43`
plantjes die al na
`55`
dagen worden vervangen. Na nog eens
`65`
dagen moet je hiervan weer een aantal vervangen.
Omdat
`text(P)(L lt 65 | mu(L)=85 text( en ) sigma(L)=22) ~~ 0,1817`
zijn dat er
`0,1817*43~~8`
.
`text(P)(L ge 120 | mu(L)=85 text( en ) sigma(L)=22) ~~ 0,0558` en dat zijn `0,0558*500~~28` plantjes niet binnen `120` dagen worden vervangen. Dus moeten er van de `500-43=457` die niet al binnen `55` dagen zijn vervangen, nog `457-28=429` na `120` dagen worden vervangen.
In totaal moeten er `429+8=437` plantjes worden vervangen na `120` dagen.
`~~ 0,0912`
`~~ 0,9088`
`20,9` gram.
`17,1` gram.
Ongeveer `0,27` %.
Ongeveer `4,3` %.
`144,5` of meer.