Processing math: 100%
Meetkundige berekeningen > Coordinaten in 3D
123456Coordinaten in 3D

Uitleg

Figuur opent via muisklik
Dan draaibaar met rechter muisknop

In de ruimte kun je elk punt van coördinaten voorzien door een x -as, een y -as en een z -as loodrecht op elkaar te zetten en van dezelfde schaalverdeling te voorzien. Het snijpunt van de drie assen is O . Je hebt dan een driedimensionaal cartesisch assenstelsel.

Hier zie je een driedimensionaal cartesisch Oxyz -assenstelsel met balk OABC.DEFG .
Punt F heeft de coördinaten (4,2,3) .
Je ziet: eerst de x -coördinaat, dan de y coördinaat en tenslotte de z -coördinaat.
De coördinaten van enkele andere hoekpunten zijn:
O(0,0,0) , A(4,0,0) , B(4,2,0) en D(0,0,3) .

In een 3D assenstelsel kun je ook werken met vectoren, alleen in plaats van twee kentallen heb je er nu drie. Zo is:
OF=(423)

Verder is:
OE=(403) , EG=(-420) en AG=(-423) .

Ook het midden van een lijnstuk kun je op dezelfde manier berekenen als in een gewoon tweedimensionaal assenstelsel. Ga na dat voor het midden M van lijnstuk BF geldt: M(4+42,2+22,0+32)=M(4;2;1,5) .

De lengte van OF kan worden berekend door de stelling van Pythagoras uit te breiden naar drie dimensies: |OF|=42+22+32=29 .

Opgave 1

Bekijk Uitleg 1. Werken met coördinaten en vectoren in drie dimensies is in veel gevallen een eenvoudige uitbreiding van het werken in twee dimensies.

a

Beschrijf de vectoren CE , EC , DF en DB met kentallen.

b

Bereken het midden N van lijnstuk EG . Laat zien dat N ook het midden van lijnstuk DF is.

c

Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige driehoek toe te passen hoe de lengte van OF wordt berekend.

d

Bereken de lengtes van de vectoren CE,EC en DF .

Opgave 2

Bekijk in Uitleg 1 hoe je afstanden tussen punten kunt berekenen in 3D.

a

Bereken de afstand tussen de punten B en D .

M is het midden van BF en N is het midden van EG .

b

Bereken |MN| .

Opgave 3

Getekend is piramide ABCD.E in een 3D cartesisch assenstelsel.

a

Geef de coördinaten van de hoekpunten van de piramide.

b

Beschrijf de vectoren AB , BD en CE met kentallen.

Uitleg 2| Verkennen