Bekijk het assenstelsel met daarin de punten `A` , `B` , `C` , `D` en `E` .
Welke punten zijn geen roosterpunten?
Schrijf de coördinaten van de punten op.
Teken lijn `m` door de punten `A` en `B` . Teken vervolgens lijn `p` evenwijdig aan lijn `m` door punt `D` .
Hoeveel roosterpunten liggen er tussen de lijnen `m` en `p` ? Geef van `3` roosterpunten de coördinaten.
Teken een assenstelsel waarvan elk roosterhokje `1` cm bij `1` cm is.
Teken in het assenstelsel punt `E (0, 5)` en punt `F(4, 1)` .
Teken ook de punten `G(1; 2,5)` en punt `H(1,2; 5)` in dit assenstelsel.
Het snijpunt van de diagonalen van ruit `CDEF` ligt op `S(4, 5)` . Teken de ruit in het assenstelsel.
Hoeveel cm liggen de punten `G` en `H` van de diagonaal `CE` vandaan?