Hier zie je twee snijdende lijnen met de hoeken , , en .
Er geldt:
en zijn samen .
Dus .
en zijn samen .
Dus .
Hieruit volgt dat de overstaande hoeken
en
altijd gelijk zijn, hoe groot
ook is.
Overstaande hoeken zijn altijd gelijk aan elkaar.
Bekijk de applet in Voorbeeld 1.
Je kunt aanpassen door in de applet de rode punten te verplaatsen. Stel in op .
Hoe groot is .
Laat zien, dat .
Leg ook uit waarom .
Bekijk de figuur met één lijn en twee halve lijnen.
Waarom is nu ?
Stel je voor dat . Van welke hoek weet je dan ook de grootte? Hoe groot is die hoek?