Je hebt de begrippen sinus, cosinus en tangens tot nu toe leren kennen als componenten van vectoren. Dat blijft ook de belangrijkste toepassing ervan en laat ook zien dat ze zowel positieve als negatieve waarden kunnen hebben. Maar nu ga je ze gebruiken bij berekeningen in (vooral rechthoekige) driehoeken.
Je leert in dit onderwerp:
sinus, cosinus en tangens gebruiken voor berekeningen van lengtes en hoeken in (rechthoekige) driehoeken.
Voorkennis:
het begrip vector met hoofdrichting (of centrale richting), centrale component en zijwaartse component;
de begrippen sinus en cosinus gebruiken voor de componenten van een eenheidsvector;
het begrip tangens en het verband met de helling van een vector;
met behulp van sinus, cosinus en tangens hoeken en lengtes berekenen.