Onder integreren versta je het berekenen van een integraal met behulp van primitiveren. Je maakt daarbij gebruik van de hoofdstelling van de integraalrekening, die zegt dat:
`int_a^b f(x) text(d)x = F(b) - F(a)`
waarin
`F`
een primitieve van
`f`
is. Let er wel op dat de functie
`f`
geen verticale asymptoten mag hebben op het interval
`[a, b]`
.
Meestal noteer je
`F(b) - F(a)`
als
`[F(x)]_a^b`
.
De kunst hierbij is natuurlijk het vinden van
`F(x)`
door primitiveren, door
"omgekeerd differentiëren"
.
Uit de differentieerregels kun je de volgende integreerregels afleiden:
de constante-regel:
`int_a^b k*f(x) text(d)x = k*int_a^b f(x) text(d)x`
de somregel:
`int_a^b (f(x) + g(x)) text(d)x = int_a^b f(x) text(d)x + int_a^b g(x) text(d)x`
de substitutieregel (omgekeerde kettingregel):
`int_a^b (f(g(x))*g'(x)) text(d)x = [F(g(x))]_a^b`